gen bevond. Na een "opwekkend" gebed en het zingen van Psalm 105 (Looft, looft, verheugd, den Heer der heeren), gaf dominee Van der Meulen een historisch overzicht van de Schermeer vanaf de 13e eeuw en hij eindig de zijn toespraak met te wijzen op de bijzondere zegeningen, die het Opper wezen aan de Schermeer en zijn bewoners had bewezen. De Dijkgraaf liet zijn instemming met de preek vergezeld gaan van de aanbieding van een zil veren intkoker. Daarna begaf het gezelschap zich naar de feesttent, die was ingericht op een stuk weiland aan de noordzijde van de Noordervaart. De rest van het weiland was ingehuurd door kastelein Cornelis Walch van de uitspanning hoek Noordervaart en Oterlekerweg, die het met tafeltjes en stoelen had in gericht voor het publiek. Om half twaalf was langs die oever van de Noor dervaart een harddraverij begonnen, die ook van de andere zijde van de vaart kon worden gevolgd, doordat het riet aan beide zijden was weggesne den. Er deden 16 paarden uit de polder aan de wedstrijd mee, die gewonnen werd door Willem van Slooten, die als aandenken door de Dijkgraaf een zil veren tabaksdoos kreeg uitgereikt, met het inschrift: In den strijd van Schermeers rossen, Wie het snelste vloog langs de aard, Keurde Schermeers Dijks Collegie, Mij ter prijs een louwer waard. Schermeer, 17 Julij 1833. Tijdens de harddraverij werd er aan het publiek een feestlied aangebo den, dat uit volle borst door iedereen werd meegezongen. Daarna begon bij het Noorderpolderhuis een wedstrijd ringsteken, of spiersteken, zoals dat toen werd genoemd. Het Dijkcollege en enkele van hun gasten werden er met het Polderjacht naartoe gebracht. De wedstrijd werd gewonnen door de broers Maarten en Jelle Prins, die voor hun presta ties een zilveren horloge kregen uitgereikt. Na afloop vertrok het grote publiek richting Schermerhorn, om daar "het overige der dag in gepaste vrolijkheid door te brengen". Voor het Dijkbe stuur en hun gasten werd een maaltijd in de timmerschuur van het Noor derpolderhuis opgediend, die voor deze gelegenheid met vlaggen e.d. was versierd. Er werd eerst een toast op de Koning uitgebracht en ook tijdens de maaltijd werd door verschillende gasten getoast, waarvan de teksten in het notulenboek van Hoofdinqelanden zijn opgenomen. Het zou te ver voeren ze hier allemaal weer te geven; bovendien zijn sommige ervan, in al hun dichterlijkheid, zonder notenapparaat voor ons nog nauwelijks te begrijpen. Het meest aandoenlijke voorval van dit gedeelte van het feest is het vol- 91

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1999 | | pagina 9