Op de vroege morgen van de 17e juli 1833, verzamelde zich langs de Noordervaart, in de buurt van de kerk met de stompe toren, een menigte nieuwsgierigen uit de polder en wijde omgeving. Overal waren de vlaggen uitgestoken en veel boerderijen waren met bloemen versierd; de molens stonden in de vreugde-stand met de vlag in top en waren vaak met guirlan des behangen. Op de jaarvergadering van april 1833 hadden de Hoofdinge landen namelijk besloten dat het 200-jarig bestaan van de Schermeer feeste lijk moest worden herdacht en aan Dijkgraaf en Heemraden werd opdracht gegeven een en ander te organiseren. Feestelijk was het! Erepoorten waren opgericht, waarop toepasselijke teksten te lezen stonden. Bij landbouwer Pieter Glijnis stond bijvoorbeeld op de erepoort te lezen: God heeft deez meer twee eeuw bewaard, Ons dank zij hem nu toegebragt, Hij zorgt voor ons en voor ons nageslacht. en bij landbouwer Jan Vader: Ter nagedachtenis van 't vroeger voorgeslacht, Wordt thans door menig een, de hulde toegebragt, Deez welbedijkte meer, komt, ziet ze maar in 't rond, Welk door des Heeren gunst twee eeuwen reeds bestond. alsmede, Ter nagedachtenis van vroeger werkzaamheid, Al van ons voorgeslacht, wordt thans dit feest gewijd. Het Dijkbestuur was met een aantal van zijn gasten om kwart voor negen die ochtend aan boord van het Polderjacht van de omval vertrokken om zich naar de kerkbuurt aan de Noordervaart te begeven. Hier werden ze om half tien ten huize van de dominee Van der Meulen ontvangen. Hem was ver zocht de feestelijkheden plechtig te willen openen met "Hulde toe te brengen aan de Albestierder en de edele mannen van ons voorgeslacht, die in de hand van dien Algoeden Vader, voor twee eeuwen met zooveel wijsheid, voorzienigheid en welberadenheid werkzaam zijn geweest, ons met vele op offeringen de aanzienlijke plek gronds, die onze aandacht thans bezig houdt, aan de golven te ontwoekeren, ten einde dezelve voor het nageslacht een rijke bron van welvaart zoude opleveren". Geleid door de Dijkgraaf, Dr. Petrus de Sonnaville, en voorafgegaan door twee boden, begaf het gezelschap zich van de pastorie "in deftige optogt naar het kerkgebouw", waar zich reeds een aanzienlijke schare nieuwsgieri- 90 i

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1999 | | pagina 8