Hoolwerff.
Zojuist is al gezegd dat Gerard Joan Hoolwerff in 1832 eigenaar van 'de
Pauw' was. In het gebied van Oostervenne had hij ook nog zes percelen
weiland, samen met een oppervlakte van 64,525 hectare in bezit. Daarnaast
had hij in het dorp de nodige eigendommen. Te weten:
pakhuis en erf
360 m2
lusthuis
27
tuin bosch
1.430
bosch
1.610
pakhuis en erf
860
pakhuis
118
erf en weiland
187
erf
470
huis, schuur en erf
280
lijnbaan
270
hooiland
2.120
erf
1.580
erf
340
Bij elkaar bezat hij 76.525 m2.
Een vermogend man, die Van Hoolwerff, wiens bezittingen merkwaardi
gerwijs alle in het oostelijk deel van De Rijp lagen. In de Kadastrale Atlas
van 1832 werd Hoolwerff als vrederechter betiteld. In de tekst bij de platte
grond van De Rijp die in 1817 door hem aan de gemeente werd aangeboden
heet hij 'aftredend Schout'. Naast vermogend was hij invloedrijk.
Kolfbanen.
De laatste eigenaar van houtzagerij 'de Pauw' was, zoals we al zagen, de
heer Lafeber. Uit de Atlas van 1832 blijkt dat bij de Beemsterbrug, aan de
zuidkant ervan, een herberg stond. De herberg heette 'het Fortuin'. De late
re eigenaar van dit perceel was dezelfde Lafeber. Op de plaats van de vroe
gere herberg vestigde hij een houtverwerkend bedrijf met kantoor. Op oude
foto's zijn de gebouwen aan de zuidkant van de kluft van de Beemsterbrug
goed te onderscheiden. De naam 'het Fortuin' stond op de gevel van de
houten schuur geschilderd. Een schuur die hetzelfde formaat had als graan-
pakhuis 'de Hoop', dat kortgeleden zo prachtig is gerestaureerd. Het hout
bedrijf was in de eerste helft van onze eeuw (sinds 1916?) eigendom van
Matser en Hamstra. Ik herinner me nog goed dat op de zwarte gebladderd
verf met grote witte letters, die eveneens gebladderd waren, de namen van
beide eigenaren op de hoge droogschuur aan de Ringsloot te lezen waren.
102