drie spelers,
ren, elk drie
etsje bij dit
agen wordt,
het hoogste
in worden
/ijf spellen
igste aantal
r bedraagt,
am hier de
;en te gaan
s lezers zelf
bijvoorbeeld
Atlantic in
daar op
ieeld. Dan
veel beter
kaar zit.
nensen uit
schappelijke
gezamenlijk,
ligingen. Zo
hoeden en
erschillende
Ie notabelen
vrouwen en
meer.
ja, dat was
\i dat in mijn
itallen jaren
ig de ruimte
■dappelen in
i te wachten
an 1951
s van
intrede
jeweest
Het gedeelte waar vroeger de kolfbaan was is niet meer als zodanig te
herkennen, het is uitbreiding geworden van de danszaal. In de jaren
vijftig was het oude gebouw, hoewel vervallen, nog vrij goed intact.
In een artikel van Fien de Jong in De Speelwagen uit 1951 wordt
gewag gemaakt van de kolfbaan, al wordt daarin van 'het Speelhuis'
gesproken. Op 30 januari 1734 wordt herberg 't Stadhuis van Amsterdam
geveild. In De Speelwagen staat het zo.- "Een huis en erf, genaamd 't
Stadhuis van Amsterdam, staande en liggende benoorden en aan de
Dam tot Rijp, hebbende aan de Oostzijde een eigen vrije gang en een
Speelhuis achter aan de Gou...". Wat verderop in het artikel zegt De Jong:
"Toch herbergt het oude speelhuis een rijk verleden. Reeds in de Gouden
Eeuw was het een centrum van vermaak en cultuur. De mannen van de
walvisvaarders en haringloggers kwamen er bijeen en voerden er de
dans.... "en"....waar notabelen van de gemeente het kolfspel beoefenden
en de Rederijkers hun stuken opvoerden".
De tekening is
gemaakt naar een
foto die in de jaren
dertig genomen is
in De
Waakzaamheid in
Koog aan de Zaan.
Op de voorgrond
staat één van de
twee palen of'pennen', die op de kolfbaan een belangrijke functie hebben. Een paal of
pen is 15 centimeter dik en 1,25 tot 1,50 meter lang. Een paal helt onder een hoek
van 85 graden naar het midden van de baan, dit om het opspringen van de bal tegen
te gaan. Rondom het belangrijke onderstuk van de paal zit een metalen band.
109