Wat staat erop?, het lijkt wel een Koninginnenkop. 't Munt staat aan de andere kant en God zij met ons om de rand. Kresser is een rare vent, Hij schudt de vlooien uit zijn hemd. Hij rijgt ze, aan een touwtje en geeft ze aan z'n vrouwtje. Z'n vrouwtje bakt ze in de pan en Kesser eet er lekker van. Heel, heel lang geleden las ik in de Schager krant, Jan Korver stond te spitten al langs de waterkant. Daar zag hij ratten zwemmen al in het heldere nat. En ze kwamen al nader- al nader bij z'n gat. We hoeven niet te hamsteren, er is nog reuze veel. Gooi weg die fles met olie, gooi weg die zak met meel. Zalig zijn de armen van geest, want hen behoort het Rijk der Hemelen. Oh dood wat ben je bitter. Dromen zijn bedrog mijn goeie vrinden. maar doe een hoop in je bed dan ken je het 's ochtends vinden. Ach waar blijft die rotzon nou, die ons verwarmen zou? L-3 Wc Het wordt vol in het boetje. ^o Wil je nog wat? Nee bedankt, eet zelf maar op. voi Doe maar rustig aan, als je maar opschiet. Verhaal: - De felle noordenwind waait vinnig snerpend over het naakte veld. In dwarreling vliegt een fijne sneeuwklok rond en stuift tot scherp gekamde duinen op. In weg en straat is alles leeg en doods. Geen mens die zonder noodzaak zijn warm woonvertrek verlaat. Gelukkig hij die hout en turf voor het grijpen heeft en bij de warme haard met smaak zijn pijpje roken kan. Want ach hoe bitter moet het zijn als de wrede winterkou naar binnensluipt terwijl het laatste vonkje vuur verglimt. Zo doet het nieuwe jaar zijn intocht weer. Geleerd op school, 4e klas rond 1917. Piet Bommer N.Zn. bo be: scl eei ad< vo< vei gel gei 128

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1998 | | pagina 28