1 781 verruilde Jacobus Rinse met zijn gezin Drachten voor West-Graftdijk.
Het beroep van vader Jacobus was schipper. Naar alle waarschijnlijkheid
was hij actief in de turfvaart op Holland. Zoon Rinse was ook schipper. Van
hem sta^t verder vast dat hij in turf handelde. We komen hem namelijk
wegens de levering van turf diverse malen tegen in de rekeningen van de
diaconie van de gereformeerde gemeente van West-Graftdijk. Rinse trouwde
in april 1796 met Aafje Adriaans Smit. Deze overleed reeds in mei 1797
waarop hij in 1805 hertrouwde met Aaltje Ottes van Hazinga. Ook Aaltje was
al eens eerder gehuwd geweest. Zij kwam uit het dorpje Oudehaske bij
Heerenveen. In 1806 blijkt Rinse Jacobes de toepasselijke achternaam De
Vries te voeren. Onder deze naam vinden wij hem ook bij zijn overlijden in
1834 terug.
Uit de kop boven het gedicht blijkt dat Rinse Jacobes op 19 december
1 799 een reis langs de dorpen Schoorldam, Schoorl en Bergen maakte. De
reden voor zijn tocht naar deze drie dorpjes geeft hij in zijn vers. Hij was
gewoon nieuwsgierig. Schoorldam, Schoorl en Bergen waren zwaar door
het krijgsgeweld getroffen. Na de landing van het Engels-Russische leger
vonden er in en om de genoemde plaatsjes op 19 september en 2 oktober
felle gevechten plaats, waarbij zelfs enige doden en gewonden onder de
burgerbevolking vielen. Naast het directe oorlogsgeweld had men het hier
ook bijzonder zwaar te verduren van inkwartieringen, rekwisities en
plunderingen. Na het aflopen van de strijd lagen Schoorl, Schoorldam en
Bergen er dan ook troosteloos bij. Rinse Jacobus verhaalt hierover in zijn
gedicht in simpele, maar ook nu nog aangrijpende bewoordingen.
Diederik Aten (met dank aan dra. H. van Aalst)
Het Russich
Monument in
Bergen herinnert
aan deze slag,
waarbij volgens
de ovelevringen
meer dan
500 Russische
soldaten
omkwamen.
(Oude ansichi uit de
collectie van lan
Kaptein
- 8