Toen Maschhaupt z"n praktijk begon, was er in verband met de oorlog geen
auto beschikbaar en moest alle patiëntenbezoek per fiets gebeuren. Dat was
gezien de omvang van de praktijk, die in het zuiden tot voorbij MarkenBinnen
liep en in het noorden tot Driehuizen en Grootschermer, een opgave. Daar
kwam bij dat in die tijd een arts vaker dan nu op huisbezoek ging in plaats van
dat de patiënt naar de praktijk kwam. Aan de artsenpraktijk was ook een
apotheek verbonden. Deze was in het achterhuis gevestigd en diende gelijk als
wachtkamer. De inrichting van de apotheek was zeer eenvoudig: een tafel, een
ladenblok en een kast. In die tijd maakte een plattelandsarts nog zelf pillen en
poeders. In 1959 verhuisde Maschhaupt met zijn gezin naar De Rijp. Het
vertrek werd veroorzaakt door het afnemen van de bevolking in West-
Graftdijk. waardoor de praktijk te klein werd om van te leven. Verder trok
ook dokter Wegdam rooms-katholieke patiënten aan. aangemoedigd door
uitspraken van de pastoor dat RK patiënten naar een RK arts behoorden te
gaan. Dokter Maschhaupt nam in de Rechtestraat het woonhuis en de praktijk
over van dokter Van Manen. De voormalige dokterswoning in West-Graftdijk
werd eerst nog voor een plaatselijk spreekuur gebruikt, later ook als peuter
speelzaal Toen het huis verkocht werd en er voor de nieuwe eigenaar
onvoldoende mogelijkheden voor uitbreiding bleken te zijn, werd de smuiger
verwijderd en het pand gesloopt.
De loods van Koppen - In de hoek van de Zuiderstraat stond op het terrein
van de voormalige werf tot dit voorjaar ook nog een stenen loods met een
geknikt, met pannen gedekt dak. Dit gebouw werd in 1892 of kort daarna
door R.K. Koppen neergezet, nadat hij op 5 oktober van dat jaar van de
gemeente toestemming had gekregen voor het oprichten van een houtzagerij,
draaierij en meelmaalderij (plattegrond op Afb 13). Koppen sloopte hiervoor
zijn timmermanswerkplaats aan de Heerenweg te West-Graftdijk, huisnum
mer 75, op 4 meter afstand van de Doopsgezinde Kerk. Dit gebouw werd in
1921 onderdeel van Voorwaarts. In de jaren 1892 tot 1921 had Koppen in dit
gebouw een door één ketel gevoede stoommachine van 4 a 5 PK. De fabriek
werd tot en met 11.1920 omschreven als stoomhoutzagerij. stoomdraaijerij
en stoommeelmaalderijOp 1.1.1921 wordt de stoommeelmaalderij niet
meer vermeld; in november van dat jaar werd de loods aan Theun van den
Beidt verkocht. De zolder werd door hem gebruikt voor houtopslag en als
timmerwerkplaats; op de begane grond kwamen onder meer een ïjzerschaar,
een pons en een smederij.
49