Rieuwert en Teun elk hun eigen bedrijf Schipper Visser, die met vijf boten een beurtvaart op Amsterdam onderhield, nam dan naast andere vracht ook regelmatig ijzeren platen en dergelijke mee voor de werf 'Voorwaarts". Visser voer niet zelf met zijn schepen maar leidde zijn onderneming vanaf de Kralingergracht; daar voerde hij ook de admin- stratie van zijn bedrijf. Het ijzer werd bij 'Voorwaarts" geleverd "franco voor de wal", hetgeen inhield dat de kosten van het vervoer voor rekening van Hoogovens kwamen. Er werd vanaf de 'Koophandel' gelost met een zgn. hijstuig: een houten of (later) stalen mast met een giek of laadboom. Bij het lossen op de lorrie is het eens een keer mis gegaan. De steiger van de werf begaf het onder de zware last en een deel van de platen raakte te water. Gelukkig waren er geen persoonlijke ongelukken te betreuren. De platen werden vanaf het schip ook wel gelost op de schouders van acht mannen, die ter bescherming alleen een leeg nagelenzakje op hun schouders hadden. De platen werden naar binnen gedragen en op het commando Smijt weg! liet men de plaat ter plekke vallen. Lastig was dit karwei als je, zoals Dirk de Jong, aan de lange kant was. In 1956 stapte Rieuwert uit de werf 'Voorwaarts" en begon hij een eigen bedrijf in Oude Wetering. Hij nam de samen aangenomen bouw over van een motorsleepboot voor Drenth en de Graaf in Zwolle, Teun die van een vrachtboot voor de Texelsche Beurtvaartdienst. Teun, die tot 1987 de werf in West-Graftdijk zou leiden, heeft het vak op de werf geleerd, vooral van zijn vader. Als schoolopleiding had Teun (het ontbreken van de h in zijn naam is een foutje bij de aangifte van zijn geboorte!) twee jaar Ambachtschool te Alkmaar en een cursus scheepstekenen in Amsterdam. Hij wees ons er op dat hij - in tegenstelling tot zijn vader - altijd zelf de ontwerpen voor zijn schepen had getekend. Van zichzelf zei Teun: Ik ben altijd een eigenwijs mannetje geweest met schepen bouwen. Door de kop van de viskotters iets voller te maken wist hij de zeewaardigheid sterk te verbeteren. Ook voerde hij de romp wat voller uit waardoor forsere schepen ontstonden. Een stompere boeg en een platte achterkant konden echter wel een nadelig effect op de snelheid van een schip hebben. 40

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1997 | | pagina 22