Er gingen ook kotters naar andere Nederlandse vissershavens zoals Den
Helder (onder andere de 38 meter lange HD 65). Den Oever. Katwijk aan
Zee, Texel en IJmuiden. Kleinere IJsselmeerkotters werden gebouwd voor
afnemers in Delfzijl, Elburg, Enkhuizen, Harhngen. Termunterzijl en Volen-
dam. De grootste kotter, die door Van den Beidt en z'n mannen werd
gebouwd was de Jesper Belinda (1975), voor een Deense opdrachtgever. Van
den Beidt is gepast trots op de degelijkheid van dit schip, dat ooit met een
ander schip bij IJsland op een ijsberg is gelopen. Het andere schip zonk maar
de Jesper Belinda bleef drijven! Van de andere vaartuigen vermelden we hier
alleen nog het vrachtschip 'Frederik Balhuizen" voor de Texelse Beurtvaartdi-
enst, het 38 meter lange zandschip Lidia Maria, het voor rederij Vinke in
Amsterdam gebouwde bevoorradingsschip 'Nordiskde (door Herman
Jansen ontworpen) 'Marken Express' en het pontje bij Spijkerboor.
In 1942 maakte Ris uit Alkmaar deze foto op de werf. Staand v.l.n.r.
(een klinker), Dirk de Jongh Sr., Rieuwert van den Beidt, Theo de Haan.
Dirk Schoenmaker. Koos de Haan, Cor (of Kees) Romijn, Wim van der Hoff
(woonde naast de werf maar werkte er niet). Willem
Cor Bommer, Evert Beumer, Tjedde Alkema (een timmerman uit
Enkhuizen), Piet Kieft, Dirk de Jongh Jr., Baart de Jongh.
Zittend v.l.n.r. Dirk de Jongh, Teun van den Beidt. Willem Kwakkel;
Leo de Jongh. de anderen onbekend. NB: De namen zijn mondeling
meegedeeld en kunnen dus niet correct gespeld zijn.
38