voor de zeevisserij bestemde kotter werd gekocht door Jan Kramer (alias 'De
Boos'; dit werd de UK 121). In 1967 duikt de omschrijving casco stalen
viskotter met een vierkant achterschip op. Dit was een idee van Teun van den
Beidt om het binnenhalen van de netten te vergemakkelijken; het is later door
andere scheepswerven overgenomen. In 1967 werd ook de eerste hekkotter
gebouwd, de UK 64. Volgens het echtpaar Van den Beidt hun mooiste kotter.
De hekkotter UK 64.
Twee jaar later liep de vijfentwintigste viskotter van de werf te water. Dit was
de dertig meter lange UK 154, gebouwd m opdracht van de gebroeders Van
Slooten, vissermannen uit Urk (bouwnummer 434). Veel kotters werden
gebouwd voor Urker visserlui. Een groot afnemer op Urk was oliehandelaar
Klaas de Boer; hij zou tussen 1960 en 1963 maar liefst zes kotters en een
tankschip bij Van den Beidt bestellen. De Boer was de drijvende kracht achter
de Urker vloot; als er een goede visserman in een jonge Urker school, dan
zorgde hij voor een schip. Ze moesten dan natuurlijk wel hun brandstof,
lijnen, verf en dergelijke van hem betrekken. Verder komen we onder de
opdrachtgevers nog een groot aantal andere Urker namen tegen Soms
verkocht een Urker visser z"n door Van den Beidt gebouwde kotter aan een
Brit, om daarna zelf weer bij 'Voorwaarts' een nieuwe kotter te laten bouwen.
37