De Tweede Wereldoorlog Daarna werden de naden met een beitel dichtgeslagen of, in jargon, de landen werden gekookt. Alleen goed klinken leverde een waterdicht schip op; bij een tanker die olie en benzine moest vervoeren luisterde dat nog nauwer Het klinken zou geleidelijk aan vervangen worden door het lassen, eerst autogeen, later electrisch. Deze lastechnieken werden op de werf geïntro duceerd door Rieuwert. die ze zelf eerst was gaan leren bi j de Amsterdamse bedrijven Bernet en Loos Co.. Ook het in de vorm slaan van de ijzeren platen voor de scheepsromp gebeurde in het begin met de hand. Het was een vak apart. Nadat de vereiste kromming was afgetekend, werd een plaat op een zware ijzeren ondergrond gelegd Die ondergrond vormde een soort tafel: op zware houten blokken lag een zeer dikke plaat ijzer, wel tien cm dik. De te buigen plaat werd met klemmen vastgezet. Dan begon het eigenlijke werk: twee man met zware bol- of balhamers sloegen beurtelings op de plaat, ronde lijnen volgend en van buiten naar binnen werkend. Langzaam krulde de plaat vanaf de randen omhoog, totdat tenslotte de goede rondingen waren verkregen. Met de hand kon men platen tot zes, hooguit acht streep (millimeter) dikte in vorm slaan. Cor Bommer heeft dit werk vaak samen met Dirk Schoenmaker, een ware krachtpatser, uitgevoerd. Later zou een zware buigmachine de mannen deze zware arbeid uit handen nemen. De periode rond de oorlog betekende voor Van den Beidt om verschillende redenen een moeilijke periode. Onder meer omdat het aantal nieuwe orders teruglipe en de verkoop van enkele op eigen risico gebouwde schepen stagneerde. De aanvoer van materiaal droogde op en er moest wel eens wat geïmproviseerd worden. Zo werden illegaal verkregen rijplaten (normaal gebruikt om vrachtwagens over een slappe ondergrond te laten rijden) verwerkt in een sleepboot voor Van Laar; het kwam de werf op een boete van f 1200 aan het Rijksbureau voor ijzer en staal te staan. Omdat niet alleen de totale omzet van de werf maar ook de uitgaven drastisch naar beneden gingen, viel de achteruitgang in de bruto winst in de oorlogsjaren relatief nog mee. Een in het archief van de Oudheidkundige Vereniging bewaarde kwitantie op naam van J. Roelofsen Pzn. te Graft laat zien dat de werf in de oorlogsjaren ook een eenvoudig karwei als het maken van een nieuw vlak onder een 34

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1997 | | pagina 16