Nagel voor nagel, plaat voor plaat andere bootje dat at klaar was. En van dat moment af gingen wij steeds hoger, we kregen veeI sleepboten in bestel en we kregen een goede naam van werk. dus dat ging goed. en zoo maakte ik in 1929 een goed jaar en toen heb ik mijn werkvolk 3 keer een week extra uitbetaald en 3 dagen vakantie, wat niemand toen deed Niet lang daarna brak de crisis uit en Theun moest de een na de ander ontslaan tot hij er van de achtentwintig personeelsle den geen een meer over had Gelukkig kwamen er daarna toch weer orders los zodat de werf, zij het op een bescheiden niveau, verder kon gaan. Ook blijkt uit zijn Herinneringen hoe hij op moeilijke momenten, met name tijdens de crisisjaren financieel gesteund werd door mensen uit z"n omgeving. Die personen worden overigens maar vaag aangeduid, zoals twee dames uit West-Graftdijk (de dames Messchaert?) of de opzichter van de de pont van SpijkerboorDat Theun sociaal voelend was, is hiervoor al gebleken. Van dat gevoel getuigt ook nog steeds de speeltuin in West-Graftdijk, waarvoor dokter Koppen de grond beschikbaar stelde en Theun met z'n mannen de toestellen en omheining maakte. Tot voorbij de Tweede Wereldoorlog werden bijna alle verbindingen in een ijzeren schip geklonken Dicht bij de plaats waar een nieuwe ijzeren plaat aan een in aanbouw zijnd schip vastgeklonken moest worden, werd de veldsmidse opgesteld. Het werk draaide dan om vier mensen: de klinkerde nagelenpieperde insteker en de tegenhouder. De klinknagels werden door de nagelenpieper boven het kolenvuur verhit tot de koppen lichtrood waren. Door aan een waaier te draaien werd het vuurtje flink aangewakkerd. Als de nagels echter te heet werden, verbrandden ze en vertoonden zogenaamde sterren. Aan zo'n verrotte nagel had men niets meer. De verhitte nagels werden in een houten kistje met kolengruis gegooid waaruit de insteker hem oppikte en - van binnen uit - door voorgeponsde gaten in spant en plaat naar buiten stak. Terwijl de nagel van binnen met een dolly (een staaf rondijzer van 8 cm dik en ongeveer een halve meter lang) werd tegengehouden (door, uiteraard, de tegenhoudersloeg de klinker de naar buiten stekende steel met een pneumatische hamer plat. Dat gaf, vooral in het schip, een oorverdovend lawaai. Op deze wijze werden platen aan spanten of platen aan elkaar geklonken. 33

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1997 | | pagina 15