Voorwaarts), Boersma uit Wormerveer (een motorvrachtboot) en de firma Kaars Sypesteijn uit Krommenie" (een of meer motorvrachtboten). Naast de nieuwbouw werd (vanaf 1935) ook veel onderhouds- en reparatiewerk uit gevoerd. Een bescheiden extraatje kwam uit de verhuur van vletten. Verder duikt ook regelmatig het verlengen van vrachtschepen op of de ombouw van een zeilschip tot een motorvrachtschip, onder meer voor Van Leeuwen uit Vreeswijk. Het verlengen van schepen vond plaats op de 'nieuwe' helling. Bij een geklonken schip werden voor- en achterschip gescheiden door met een beitel de koppen van de klinknagels te slaan en de restanten van de nagels er met een drevel uit te tikken. Een gelast schip werd met een snijbrander in tweeën gesneden. Daarna werden de beide delen vijf of zes meter (net wat nodig was) uit elkaar getrokken. Met behulp van een eenvoudige, door Cor Bommer gebouwde kraan naast de helling werden de ijzeren platen voor het nieuwe tussenstuk op hun plaats gehesen en vervolgens vastgeklonken of gelast. De door Theun van den Beidt op hoge leeftijd geschreven herinneringen geven een aardig beeld hoe hij in de eerste jaren, tot de werf enige bekendheid had gekregen, aan z'n opdrachten kwam. Hij ging eropuit en pakte een kans waar hij die zag. Een voorbeeld: hij ging (met de fiets) naar Amsterdam, want hij had gehoord dat schippers en aannemers bijeen kwamen in café De Oude Karseboom in de Kalverstraat. Op die schippersbeurs leerde hij Zwaag kennen waar hij in de jaren tot 1929 negen passagiersbootjes voor zou bouwen. Een tweede voorbeeld. In diezelfde tijd had hij op de koop een vijftien meter lange sleepboot gebouwd, die hij door Matser en Hamstra uit De Rijp af zou laten timmeren. Omdat Theun weinig of geen ervaring met scheepstimmerwerk had, zocht hij een voorbeeld op en ging - uiteraard weer op de fiets - naar Amsterdam om zo'n sleepboot te bekijken. De jongen, die hem het bootje het zien zei: "mijn vader wil er een grotere sleepboot bij laten bouwen"; hij zou Theuns verzoek of hij ook prijs mocht opgeven aan zijn vader doorgeven. En zondagmorgen kwam zijn vader naar mijn toe en bekeek het bootje wat klaar was, en dat maakte een goede indruk, dat ik mocht ook prijs opgeven. En de prijs van mijn was 500 gulden lager als van die andere scheepsbouwer, dus ik zou dat bootje bouwen. Maar ik moest er 4000 gulden op te goed houden en het koste 7000 gulden, dus dat was nog een heel waagstuk. Maar ik heb het toch gedaan en het is alles goed gegaan, hij heeft mijn op tijd afbetaald en door deze bouw verkocht ik ook dat 32

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1997 | | pagina 14