94
door stoom voortgebrachte, sterk kostenbesparende 'touwmesine' werd
daarom reeds in een vroeg stadium in lijnbaan 'de Poel' geïntroduceerd,
maar: "'t Ding was weerdeloos, deerom was 'r freugde in 't kamp"6' van de
arbeiders. Vandaar dat zij er van 's ochtends 4 tot 's avonds 8 uur tegen een
zeer schamel loon van 60 a 80 cent bleven werken, totdat het begin van de
moderne arbeidswetgeving via regelgeving betreffende de arbeidsduur de
genadeslag aan deze ambachtelijke uitwassen toebracht.
Maar zoals gezegd, binnen de familie Bruin waren twee tradities bepalend:
een economische en een wetenschappelijke. Terwijl de oude ambachtelijke
wereld hier uitstierf ontkiemde zich tevens de nieuwe industriële wereld in
de gedaante .van familielid Pieter Wiedijk, die onder het pseudoniem J. Saks
geschiedenis heeft gemaakt binnen de Nederlandse socialistische beweging.71
En ook deze lijn maakt de huidige restanten van wat eens 'de Vrede' was tot
betekenisvolle monumenten voor het historisch bewuste nageslacht. Betje
Bruin (1841-1875), de moeder van de in 1867 te Grootschermer geboren
Pieter, was de oudste dochter van touwslager Louris Bruin. Zij trouwde
eerst de timmermansknecht Pieter Wiedijk en hertrouwde na diens
vroegtijdig overlijden een boer uit de Beemster. Toen ook zij stierf, haar
zoon was toen pas acht jaar, werd grootvader Louris tot voogd over de
verweesde jongen aangesteld. Niet begrepen door zijn stiefvader op het
boerenbedrijf vond de teringachtige en op het intellectuele leven ingestelde
wees bij de Bruinen het juiste milieu voor zijn literaire belangstelling. Hij
had daar op zolder zijn eigen kamertje waar hij van jongs af aan tot aan zijn
dood veelvuldig zijn toevlucht zocht. Het was alsof de Bruinen in hem een
nieuwe 'Willem' zagen.
Pas nadat Pieter zich in 1891 als student-apotheker te Amsterdam had
ingeschreven, wierp hij zich in de maalstroom van de beginnende
arbeidersbeweging. Hij behoorde tot een der eerste en belangrijkste leden
van de in 1894 opgerichte SDAP. In de jaren 1902-1909 concentreerde een
felle strijd binnen deze partij tussen de theoretisch ingestelde intellectuelen
en de naar praktische hervormingen strevende politici o.l.v. Troelstra zich
rondom het wetenschappelijke maandblad 'De Nieuwe Tijd'. Als
'ruggegraat der redactie' van dit tijdschrift speelde Wiedijk hierin onder de
naam J. Saks een centrale rol. Hij werd de leider van de 'Nieuwe
Tijd-groep' en was omringd door een aantal coryfeeën van de eerste orde: de
grote dichters H. Gorter en H. Roland Holst, de knappe theoretici Van der
Goes en Pannekoek en de eerste 'rode wethouder' in Nederland, Wibaut.
Geruggesteund door Saks, die zij als de grootste marxistische theoreticus in
Nederland beschouwden, voltrokken zij de tweede grote scheuring binnen de