Alzo sprak vader Cats
Bij opgravingen door de vroegere graafploeg van de Oudheidkundige
Vereniging Graft-De Rijp werden regelmatig voorwerpen gevonden uit het
begin van de 17e eeuw. Deze potjes, kannen, glas e.d. moeten bezit zijn
geweest van vaste bewoners, zoals handwerkslieden, neringdrijvers (veel kleine
winkeltjes en kroegen!) of huishoudens van vissers en zeevarenden.
Rondtrekkende ontslagen soldaten en andere verpauperde zwervers hadden
geen eigendommen en waren blij met roven het leven te houden. Van hen zullen
wij dan ook nooit iets vinden en het is onmogelijk zich een voorstelling te
kunnen maken over hun levensomstandigheden.
Uit de bovenvermelde vondsten echter kan beetje bij beetje worden opgemaakt
wat de vaste bewoners van de dorpen aan levensbehoeften hadden en hoe hun
eet- en drinkgewoonten waren. Hierbij dient te worden bedacht dat bijv. de
aardappel pas twee eeuwen later als volksvoedsel in zwang kwam en dat water
door de vervuilde en besmette sloten en rivieren niet voor consumptie geschikt
was.
Waar bronnen of wellen aanwezig waren kon het water wel gedronken worden.
Het gevolg was dat veel bier gedronken werd en in de "betere kringen" wijn.
Het bier had een laag alcoholgehalte. De brouwerijen in Purmerend lieten per
schip water uit de polder aanvoeren, aangezien het water in de Where te zeer
vervuild was. (Zie hierover het artikel "Bierbrouwerijen in Purmerend" in
Nederlandse Historiën 24e jaargang nr 2, april 1990). Het beste bier werd
uiteraard gemaakt met bronwater, maar er werd de hand mee gelicht en niet zo
weinig ook!
In die tijd waren er al mensen die verkeerde gewoonten en zaken ten opzichte
van eten en drinken signaleerden. Eén van hen was Jacob Cats (1577-1660). Hij
was geboren te Brouwershaven en behalve volksdichter was hij staatsman.
Onder andere tot 1652 raadspensionaris van Holland en West-Friesland. Zijn
moralistische raadgevingen, meestal met een vermanende vinger, laten zich met
een glimlach lezen, maar ze herbergen evenzovele wijsheden waarvan ook
tegenwoordig de waarde niet mag worden onderschat.
Velen verweten Cats te banaal en boertig te zijn in zijn geschriften, maar als
tegenhanger van de hoogdravende werken van zijn tijdgenoten Hooft en
Huygens sprak hij gewone taal. Niet voor niets lagen er, vooral op het
platteland, naast de Bijbel de werken van Cats, de "boerenbijbel", als enig
literair werk.
31
Raadgevingen en opmerkingen uit "Den Goeden Ouden Tijd"