30
tekenen die op stagnatie en achteruitgang wijzen. In de eerste plaats had Klaas
zijn bezit niet geheel of grotendeels zelf opgebouwd maar voor een belangrijk
deel van zijn vader geërfd.
Daarnaast zijn er de niet meer gebruikte lijnbaan aan de Luijendijk, de niet meer
complete weeftoestellen en de vele dubieuze vorderingen. Het past allemaal in
het beeld van de economische teruggang van De Rijp vanaf ongeveer het eind
der achttiende eeuw, de grote klap door de Franse tijd en daarna het langzaam
wegzinken in de (zeer ongelijk verdeelde) armoede van de negentiende eeuw.
F amiliebanden
Bij het zakendoen en zelfs bij de boedelbeschrijving zullen familiebanden een
belangrijke rol hebben gespeeld.4' Conrad König, horologiemaker, geboren te
Rees in het koningrijk Pruissen, was getrouwd met Maria Elisabeth van
Hoolwerff, een zuster van Trijntje. König was dus een zwager van Klaas de
Wit. Ook Jacob Roda, de timmerman die de taxaties uitvoerde, was getrouwd
met een dochter (Ida Elisabeth) van Gerard Joan van Hoolwerff (uit diens
tweede huwelijk met Jannetje Smit). Overigens had burgemeester Klaas de Wit
zowel bij het huwelijk van Conrad König als dat van Jacob Roda als ambtenaar
van de burgerlijke stand gefungeerd.
Conrad König was in 1843 getuige geweest bij het huwelijk van Jacob Roda en
Ida Elisabeth van Hoolwerff. Toen op 6 maart 1856 Maria Elisabeth van
Hoolwerff, de weduwe van Conrad König, overleed, werd dit door de toen
38-jarige timmerman Jacob Roda, aanbehuwde broeder van halven bedde,
aangegeven. Blijkbaar heeft Roda zich daarna ontfermd over het negenjarig
dochterje uit dit huwelijk, de wees Maria Elisabeth König. Toen deze een half
jaar na haar moeder (op 30 september 1856) overleed, kwam Jacob Roda als
haar voogd dit overlijden aangeven.
Grafiet; dit werd gebruikt om de kachel weer mooi zwart te krijgen.
2> Toen nummer 71; kadastraal De Rijp, Sectie B, nr. 673.
Nu Rechtestraat 80 of 82.
J> Een nachtlicht was een olielampje dat vele uren achtereen licht gaf. In een
beker met olie dreef een metalen kommetje. Door de bodem van dit kommetje
stak een glazen buisje met een zeer nauwe (capillaire) opening. De hierdoor
stromende olie was juist voldoende om een zwak vlammetje te voeden waarbij
men zich 's nachts kon oriënteren.
4) Ik dank de heren O. Brunsting en J. Pielage voor het kritisch lezen van het
manuscript en enkele waardevolle suggesties.