45
Die Duitser schoot en Hen viel dodelijk getroffen neer. Piet sprong overboord en
naar de kant achter de kolfbaan. Hij werd gepakt"
Afra Schipper, de jongere zus van Juust, was ook getuige en vertelde naderhand
tegen haar moeder:"Piet liép over het water".
Juust: "Arie moest doorvaren van die Duitser, naar hem toe en werd ook
meegenomen.
Dokter Schermerhorn heeft de lijkschouwing verricht en constateerde dat het een
longschot was geweest met een zogenaamde "vuile" kogel: één die bewerkt was
en daardoor een grote, dodelijke wond had veroorzaakt.
Die Duitser was er een met zo'n schildje aan een kettmg, op zijn borst".
(Dat moet er dus een van de Feldgendarmerie zijn geweest; door
Wehrmachtsoldaten ook wel "kettinghonden"genoemd.-CB)
De schuilplaats van Jan en Ab van Dalen en Ab Kuiper was niet de enige op
Rem Kuipers's boomgaard. In het andere, meer westelijke staande boetje hadden
zich ook Rijpers verscholen.
Jan van Dalen: "Ik had het drama Hen Beers gezien door een raampje dat op de
Gouw uitkeek. De Duitsers konden ons niet zien. Maar die anderen kwamen met
hun gezichten voor een raampje dat wel in het gezichtsveld van de Duitsers lag.
Met hun verrekijkers hadden zij de mannen in het andere boetje zó in de gaten.
Dus geschreeuw dat ze er uit moesten komen.
Er werd geschoten ook. De mannen uit het tweede boetje hadden hun bootje in
dezelfde sloot als wij. Zij wilden er naar toe, maar die Duitsers, op de tuin van
Piet Roemer, schreeuwden dat ze naar hen toe moesten komen. En er klonken
weer schoten.
Gelukkig stond daar in de buurt ook de waarnemend burgemeester Cas de Boer.
Die zei tegen de Duitsers dat de jongens wel moésten omlopen, omdat er een
sloot tussen lag. Wij met ons drieën hebben geluk gehad dat die Duitsers niet op
de boomgaard van Kuiper zijn komen kijken, maar we konden ze horen lopen
tussen de spruitkool van Piet Roemer.
Door alle consternatie raakte Ab Kuiper in paniek. Hij begon te schreeuwen maar
ik drukte zijn hoofd naar beneden, in de prut en samen met mijn broer ben ik op
hem gaan zitten om hem koest te houden. Pas 's avond half zes zijn we uit het
boetje tevoorschijn gekomen.
Toen vernam ik dat ook Willem Woestenburg en Lou Beumer waren
doodgeschoten en dat Piet en Arie Beers en nog een heel stel anderen door de
Duitsers waren meegenomen".
De Provinciale Noordhollandsche Courant te Purmerend onderscheidde zich van
andere kranten tijdens de bezettingsjaren niet alleen door af en toe stiekem een