DE VISSERS VAN LAEN- EN BARNDEHUYSEN
EN DROOGMAKING VAN DE STARNMEER
Een Rijper initiatief
70
Nadat in 1983 de Schermer het 350-jarig bestaan heeft ge
vierd en de Beemster in 1987 het 375-jarig bestaan her
dacht, is in 1993 de Starnmeer aan de beurt. Er zal dan
drie en een halve eeuw zijn verstreken, sinds de bodem van
dit binnenmeer zichtbaar werd.
Uit het enige jaren geleden onder auspiciën van onze
vereniging uitgegeven boekje van dra. H.Danner over de
Starnmeer blijkt dat de droogmaking een uiterst moeizame
aangelegenheid is geweest(l). Een van de kleinere tegenval
lers waarmee de bedijkers werden geconfronteerd, vormden
de eisen waarmee binnenvissers uit twee eertijds ten oosten
van Oost-Graftdijk gelegen gehuchten - Laen- en Barndehuysen
- bij de bedijking voor de dag kwamen.
Het leek mij aardig, nu het jubileum van de Starnmeer voor de
deur staat, de geschillen tussen bedijkers en vissers eens
voor het voetlicht te halen. Onze aandacht is het hele
geval zeker waard, aangezien naar aanleiding ervan in 1645
een kaartje werd vervaardigd van de zuidoostelijke hoek van
het Schermereiland. Bovendien biedt bespreking van het con-
flictje meteen gelegenheid kort de achtergronden van de
droogmaking van de Starnmeer in herinnering te brengen.
De eerste stappen om tot droogmaking van de Starnmeer te ko
men, werden gezet in 1631. Zowel in Graft als in De Rijp
toonden de dorpsbesturen belangstelling dit werk aan te pak-
ken(2).De Rijper regenten besloten in februari 1631 bij
het gewestelijk bestuur, de Staten van Holland, een verzoek
in te dienen om octrooi de Starnmeer te mogen bedijken. Men
verzekerde zich hiertoe van de steun van Mr.Steven Bosch en
zijn Amsterdamse consorten (3). Zij verklaarden, voor een
vierde part in de bedijking te willen deelnemen. De opbreng
sten van het Rijper aandeel in het project zouden gelijkelijk
verdeeld worden over de dorpskas, de armen en de gerefor
meerde kerk (4).
Bosch en een andere vooraanstaande Rijper, Pieter Menten,
werden gemachtigd de octrooi-aanvraag af te handelen. De
Staten van Holland bepaalden op het rekest om octrooi dat
men eerst maar tot overeenstemming met de omliggende steden