tauratie van 1830 zijn hierover geen aanwijzingen gevon den. Schilderen als conservering van zandsteen werd sinds mensenheugenis gedaan, echter meestal uit estetische overwegingen. De meestal donkere verweringskleur werd na enige tijd niet meer zo gewaardeerd, zodat men het zandsteen ging schoonmaken en overschilderen. Vaak in zijn eigen kleur, maar andere kleuren zoals zwart en rood of zelfs goud kwamen ook voor. Met het vermelde verwijderen van de kleur, in 1916, ging men dus terug naar de oorspronkelijke opvatting, namelijk van het onbehandelde zandsteen. Waarschijn lijk mede ingegeven door het feit dat ook een aanzienlijke hoeveelheid zandsteen vernieuwd moest worden: volgens de begroting 4 kubieke meter.' Bij de afrekening bleek zelfs die hoeveelheid niet toereikend te zijn geweest. Volgens aannemer Klaas Humer "moesten veel stukken worden vernieuwd omdat deze waren gescheurd en ver weerd en bij zware stukken in de gevel was in het verle den (restauratie 1830) reeds geknoeid, en bleken te zijn samengesteld uit dunne plaatjes" Het raadhuis van De Rijp vóór de restauratie van 1917

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1990 | | pagina 5