14 Op 16 april, s morgens vroeg, barstte aan het Oder- front de hel los. De Russen braken bij Küstrin uit hun stellingen en na een paar dagen van zware gevechten stortte de Duitse verdediging ineen. Wij konden in de stad de artillerie al duidelijk horen. Cp 20 april kwamen grote delen van Berlijn onder granaat- vuur te liggen. Wij waren naar de fabriek gevlucht en had den ons geïnstalleerd in een kelder onder een van de fa brieksgebouwen. Buiten kon je je niet meer vertonen, want Russische jachtvliegtuigen, die boven Berlijn pa trouilleerden, schoten op alles wat in de stad bewoog. De Sovjettroepen waren inmiddels de fabriek tot op 200 me ter genaderd. Deze werd door een paar honderd Duitsers verdedigd. De 27e april begon hun munitie op te raken. In de loop van de middag trokken zij zich terug op het centrum van de stad. Wij hebben toen een paar uur in niemandsland verkeerd, maar tegen de avond waren we bevrijd. We hebben toen in gebouwen en kelders naar levensmidde len en kleding gezocht. Met aardig succes.' Ik wist dat in een kelder, waarvan ik de sleutel had, legerkleding en schoenen lagen. Daar hebben we ons toen van schoenen, sokken en truien voorzien. In een andere kelder vond ik een koffer, die gevuld was met burgerkleding, die me nog paste ook.' Daardoor liep ik er niet meer bij als een schooier. We hadden ons onderkomen verschaft in de verlaten com mandokelder van de Duitsers. Daar is nog een mooi ver haal aan verbonden. Telefoon, Het bleek namelijk dat de telefoonverbinding met de door de Duitsers bezette binnenstad nog in tact was. Als de telefoon rinkelde en we gingen luisteren, bleek er een Duitse officier aan de lijn, die inlichtingen vroeg. Wij gaven dan maar geen asem. Terwijl we s avonds laat nog wat zaten bij te komen van de emoties, samen met een Russische soldaat die bij ons was komen aanwaaien, ging die telefoon weer. We beduidden de Rus dat hij maar moest opnemen. Dat deed hij, door een serie Russische vloeken en verwensingen uit te braken, die de mof aan de andere kant welhaast een hartaanval moet hebben bezorgd. Er is nadien niet meer gebeld.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1990 | | pagina 16