15-
wel tot zijn dagelijkse bezigheden behoorde, was het op
winden van de dorpsklok. Bij begrafenissen, brand "of an
dere voorvallen wanneer hem zulks van gemeentewege werd
bevolen", moest meester de klok luiden.
Ontvanger
Een zeer. belangrijke functie naast zijn onderwijzerschap
was die van "gaarder van dorpsimposten", een functie die
te vergelijken is met die van ontvanger der gemeentelijke
belastingen. De plaatselijke belasting of dorpsimpost werd
geheven op 't gemaal" (waarmee waarschijnlijk wordt be
doeld het gemalene), wijnen, sterke dranken, turf, het
luiden van de klok bij begrafenissen en de teraardebestel
ling van ljjken. Van deze gemeentelijke ontvangsten mocht
meester vijf procent zelf houden. Hij moest elk kwartaal
rekening en verantwoording afleggen en daartoe "eene net
te lijst van de inzameling in gereedheid brengen" en die
aan het gemeentebestuur ter hand stellen.
Dkg vrije middag.
Artikel tien van meester's arbeidscontract voorzag in het
geval dat hij ook nog zou worden aangesteld als "collec
teur oftewel gaarder der gemeenenlands middelen" oftewel
ontvanger van 's lands belastingen. In dat geval moest hij
naar Alkmaar om verantwoording af te leggen. Voor de
schoolkinderen betekende dat tweemaal het verlies van een
vrije donderdagmiddag, aangezien meester de aldus verlo
ren tijd op twee achtereenvolgende donderdagmiddagen
moest inhalen door "zakelijk schoolhouden", hetgeen ook
het geval was voor "elke andere gereesen dag". Dus ook
voor de andere dagen dat hij op reis was geweest, moest
de donderdagmiddag er aan geloven.
Geen rommeltje
Vilde hij op reis gaan, dan moest meester De Beurs or
dentelijk het gemeentebestuur verlof vragen, want Oost-
Graftdijk mag dan een klein dorpje zijn sinds mensen
heugenis, en bij velen in de omtrek niet in aanzien, de
schoolmeester anno 1799 heeft reeds kunnen getuigen dat
het niet aanging er daarom maar een rommeltje van te ma
ken. Dat anderzijds de pap er ook niet al te dik werd opge
diend is er vermoedelijk wel oorzaak van geweest dat mees
ter Klaas de Beurs er al gauw genoeg van had in Oostgraft-
dijk. In 1802 vertrok hij, naar Lambertschaag, gemeente
Abbekerk, waar hij in 1852 stierf.
G. Schoêmaker
Purmerend