rytf:
bü
MïxsicTma^ï^
MM».#* i- A
iPgmërdiiilr-
A"* --».
liiedcnis van H ui/düihcn/ïiwi/&p2?
;:-3P - ii =■- r-
cn Den Helder tot 1J.
A -fti. y '<CSMJ^ s*V'bib1-
ttCH
(tempeesten!) levens
groot en altijd drei
gend. Husidina laat
zich lezen als een niet
aflatende struggle for
life. Duinen en dor
pen die door de zee
verzwolgen werden,
verzilting en verstui
ving van landbouw
grond, schipbreuk en
verdrinking, ziekte en
gebrek. De Huisdui-
ners en Heldernaren
van voor 1814 had
den er constant reke
ning mee te houden.
Omslag van het boek met een kaart uit 1573. In het Marsdiep
zijn de dieptes genoteerd, wat er op duidt dat het zeegat toen al
van strategisch belang was.
Huisduinen nu eenmaal schaars
zijn. "We hebben het hier wel over
een verdomd klein eilandje met een
oud-archief dat uit stukjes en brokjes
bestaat, er is niet zoveel en zie daar
maar eens van te brouwen."
De zee neemt
Het grote historische decor geeft de
bundel ontegenzeggelijk reikwijdte en
diepgang. Maar ook het gebruik van
kwantitatieve bronnen levert Husi
dina evidente meerwaarde op. Zo
wordt in talloze verhalen verwezen
naar huizentellingen, belastingkohie
ren, lijsten van beroepen, inkomens
enzovoorts. Op basis hiervan kun je
voorzichtige schattingen maken van
zaken als bevolking en welstand, wat
weer licht werpt op het leven van
alledag. En dat was hard, zo doet
Bremer uit de doeken. De landbouw
grond was schaars en schraal, oogsten
dientengevolge schamel, de visserij
bescheiden en de gevaren van de zee
Informacie van
1514
Een voorbeeld van
Bremers gebruik van
cijfermateriaal. Ten
behoeve van de belas
tingheffing werden
in 1514 huizen en
haardsteden geteld.
Deze historische bron
noemen we de Informacie. De Huis-
duiners nu verklaarden slechts schuld
te hebben in verband met de weder
opbouw van hun kerk. Die hadden ze
moeten redden van een woest opruk
kende zee. Uit de Informacie valt ver
der af te leiden dat het eiland Huis
duinen 400 tot 450 inwoners telde,
meest keuterboertjes die ook visser
waren. Tien ingezetenen zouden iets
van bezit hebben, de rest was arm.
Een kleine zestig jaar later bevestigt
een rapporteur van landvoogd Alva
dit armelijke beeld. Het eiland is van
'null ende geender waerden', en de
waarnemer zou het nog niet gratis
willen hebben - het onderhoud van
dijk en duin kostte goud geld. Je
vraagt je dan ook af waarom Huis
duinen destijds niet massaal en voor
altijd werd verlaten? Ook dat verhaal
vertelt Bremer, waarbij hij andermaal
belangwekkende historische studies
en bronnen aanhaalt, waaronder de
Sonttolregisters, een economisch-
historische bron van internationale
importantie.
Als de zestiende-eeuwers de zee
vrij spel hadden gegeven, dan was
Huisduinen zeker overspoeld. Maar
dit zou de zuidelijker gelegen Hol
landse steden en het schaarse en
kostbare vaste land nog meer in de
gevarenzone van de oprukkende
zee gebracht hebben. Ook zou het
opgeven van Huisduinen de on
dieptes richting Amsterdam hebben
kunnen versterken. Behoud was
derhalve een zaak van waterstaat
kundig en economisch risicobeheer.
Bovendien lag het niet in de Hol
landse aard om land prijs te geven
aan de zee.
Zee geeft werk
Met de val van Antwerpen in 1585
kreeg de Hollandse scheepvaart de
wind nog meer in de zeilen. Daarmee
werd het drukker en drukker op het
Marsdiep. Goed nieuws dus voor
Huisduinen en het nog betrekkelijk
jonge dorp Den Helder. Want meer
koopvaarders voor de wal betekende
meer werk: beloodsing, betonning,
vletterdiensten, het overladen van
lading op lichterschepen, parlevinken
(schooierschuiten) en het bergen van
scheepswrakken. En je kon natuur
lijk als zeeman aanmonsteren op een
vrachtvaarder. Aan de wal veroor
zaakte de scheepvaart ook de nodige
reuring: molens maalden meel,
bakkers bakten brood, winkeliers
handelden in victualiën en scheeps-
benodigdheden, terwijl herbergiers
zorgden voor logies en vermaak. In de
loop van vooral de achttiende eeuw
kwam daar de walvisvaart nog eens
bij. Er waren jaren dat Huisduinen
en Den Helder tientallen bevelvoer
ders voor walvisvaarders leverde en
die commandeurs waren gewend
familie en buren als bemanning mee
te nemen: stuurlui, scheepsjongens,
harpoeniers en speksnijders. Kortom,
Huisduinen en Den Helder leefden
van de zee.
4
I d t-t
'lnhiAfi!
'ir/^jf