Vlieger Th.H.J. Coppers onthulde zelf dat hij de bom op Hr.Ms. De Zeven Provinciën had geworpen. De marine hield zijn naam aanvankelijk geheim. het muitende schip werd ingezet, kreeg de luchtmacht de eerste rol. Eerst wanneer haar aanval gefaald zou hebben, zou een beroep op de torpedo en het kanonvoer worden gedaan.' 'Door bijzondere omstandigheden vlogen slechts vijf van de negen daar toe bestemde vliegtuigen de 'Zeven Provinciën' tegemoet. Vooruit twee Dorniers, in de eene de eskadrille- leider, daarachter drie Fokkers, de eigenlijke bombardementsvliegtuigen. Op een zeker oogenblik was de leider gedwongen, met zijn Dornier, een noodlanding in een baai te maken. De officiervlieger 3e klasse T.H.J. Coppers, die den anderen Dornier bestuurde, dit bemerkende, vroeg draadloos, wie thans de leiding had, maar kreeg geen antwoord. Kort daarop seinden de Fokkers hem, vra gende, wie de leider nu was, waarop Coppers, schoon de jongste van allen, terug seinde dat hij de leiding nam, daarbij, waar hij de voorste was en het dichtst bij den vijand, een gezond initiatief toonende.' Geen waarschuwingsbom 'Na draadloos aan de muiters te ken nen te hebben gegeven, dat wanneer zij zich niet overgaven, na tien minu ten een bom zou losgelaten worden, waarop het antwoord volgde: 'Hinder ons niet', wierp hij na den gestelden tijd zijn bom. Men weet, dat er over die bom, heel in het begin, nog al iets te doen is geweest. Deze zou n.l. bedoeld zijn geweest als een waar schuwing, maar zou bij ongeluk het schip getroffen hebben.' 'Dat nu is geheel onjuist. De vliegers hadden geen order om een waarschu wingsbom te werpen, wel om het schip door het afvuren van één bom van 50 kilo, later te volgen door één of meerdere van 200 kilo, tot rede te brengen. De bom was dus wel degelijk bedoeld voor het schip en trof verras send goed haar doel. Dit verrassend is eigenlijk misplaatst, want onze vliegeniers noteeren bij oefeningen gewoonlijk pl.m. 70 pet. treffers.' 'Waar Coppers van officieele zijde geen tevredenheidsbetuiging heeft gekregen voor het gezonde initiatief, bij die gelegenheid ten toon gespreid, gelooven wij, de tolk te zijn van het grootste deel van onze lezers, indien wij dezen jongen man, die eerst in Juli 1931 tot officier-vlieger werd aange steld, onze hulde brengen voor zijn daad. Ziehier dan de handeling van een 'jongere', die de verantwoordelijk heid durfde aanvaarden van een ini tiatief, door op eigen verantwoording de leiding van een actie te durven nemen, kort voordat het beslissende oogenblik aanbrak.' Naar aanleiding van de onthulling dat Coppers de bom doelbewust op het schip heeft gegooid, stelt Kamerlid Albarda vragen aan minister dr. F.N. Deckers van Defensie. 'Is dit juist? Zo ja, hoe is dit dan te rijmen met de mededelingen van de vlootvoogd in de Volksraad?' De minister antwoordt aanvankelijk dat de beschreven feiten onjuist zijn. 'De vlieger van de Dl 1 heeft gehan deld in overeenstemming met de hem verstrekte opdracht.' Hij verwijst naar het verslag van de commandant van de Dll. Daarin staat: 'Ten 09.18 wordt een bom van 50 kg. geworpen richtpunt ongeveer 10 m. vóór den boeg ZPN, koers Z.W Het Soerabajasch Handelsblad houdt echter vast aan zijn bericht dat de bom als treffer was bedoeld en niet, zoals vlootvoogd Osten heeft gezegd, per ongeluk het schip raakte. Albarda stelt opnieuw vragen. Op 11 augustus 1934 publiceert de Indische Hr.Ms. De Zeven Provinciën maakte met 141 Europese en 256 inlandse schepelingen een reis rond Sumatra, toen op 4 februari 1933 muiterij uitbrak. De bom van Coppers maakte op 10 februari een einde aan de kaping. Dat kostte 23 opvarenden het leven. (Collectie Jan Klootwijk) 22

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2014 | | pagina 22