Marc van Alphen. Het oorlogsschip als varend bedrijf. Schrijvers, administratie en logistiek aan boord van Nederlandse marineschepen in de 17e en 18e eeuw. ISBN 97 89 05 1944 884, Uitgeverij van Wijnen, Franeker 2014. Jan T. Bremer In deze studie gaat het niet langer om de hoogste militair aan boord op zoek naar roem en fortuin, maar om de man die pal naast hem stond en juist heel bedrijfsmatig dacht en handelde: de schrijver! Heel lang werd in de boeken over de marinegeschiedenis vrijwel uit sluitend geschreven over zeeslagen, vlootvoogden en opvallende scheeps- commandanten. Het lagere personeel en dus ook de schrijver kwam er nauwelijks aan te pas. Pas de laatste decennia kwam daar verandering in. Het was met name de Leidse mari tiem historicus prof. dr. J.R. Bruijn die er op wees dat deze zo sterk op (zee) heldendom en zeeslagen gebaseerde geschiedschrij ving een gepasseerd station was. Het functioneren van een oorlogsschip en zijn bemanning kan ook, en in bepaalde opzichten zelfs beter, bestudeerd en begrepen worden door de werkzaamheden van sleu telfiguren uit de iets lagere regionen van de scheepssa- menleving te analyseren. Een van die sleutelfiguren is de schrijver, aanvankelijk een onderofficier, pas na de vorming van het Konink rijk der Nederlanden een officier (van administra tie). Over de rol van deze functionaris aan boord van 's Lands schepen van oor log in de 17e en 18e eeuw gaat het in dit academisch proefschrift ter verkrijging van de graad van doc tor aan de Universiteit van Leiden. Dat klinkt zwaarwichtig, maar dat valt mee. Dit proefschrift is helder geschreven in goed lopende zinnen en bevat ongelofelijk veel interessante informatie. Een enkel citaat: 'ondanks het drukke scheepvaartver keer groeide geen enkel dorp aan het Marsdiep uit tot een bloeiende havenstad, (maar) de kustbewoners verdienden wel aan de marine. Zij verzorgden onder meer het transport van personen en goederen vanaf het strand naar de schepen, traden op als zeeloods of postmeester, boden tijdelijk onderdak in herbergen en logementen, en leverden proviand en andere scheepsbenodigdheden 'Hoewel er in de journalen en ver dere scheepsadministratie nooit veel aandacht werd besteed, verbleven er aan boord van de oorlogsschepen wel degelijk regelmatig vrouwen, op het moment dat het schip de rede bereikte kwamen de eerste vrouwen al aan boord. En bij het in gereed heid brengen van het schip gingen de vrouwen pas kort voor vertrek van boord. De fysieke scheiding tussen scheepsleiding (verblijfhoudende op het achterschip) en de rest van de bemanning (ondergebracht voor de mast) gold ook voor hun vrouwen. Indien deze van boord moesten, wer den eerst de officiersvrouwen naar de wal geroeid, pas daarna werden alle andere vrouwen afge voerd'. (blz 98, 99) Zoals gezegd, er komt heel veel aan de orde: niet alleen het uitrusten, bevoorraden en bemannen van oorlogssche pen en de werkzaamheden aan boord bij terugkomst van de vloot, maar vooral ook de mariene organisatie in de Republiek waar overheidsta ken en (particuliere) com merciële belangen nauw met elkaar verweven waren. Een fraai uitgegeven boek van ruim 300 pagina's tekst en nog eens 160 bladzijden bijlagen, voetnoten enzovoort. Ook in de soms uitvoerige noten staat veel interessante informatie. Nogmaals: een rijk boek! Het kost een paar centen 35.-), maar dan heb je ook wat. Of eigenlijk: héél wat! 11 Matt van Alphen

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2014 | | pagina 11