Met de loodsvlag in top
Helderse loodsen onderzeil in de jaren twintig
Maarten Noot
Eigenlijk heb ik het als loods wel
gemakkelijk gehad vergeleken met
mijn collega's in de eerste helft van
de 20e eeuw. Ik werd in het begin
van de 21e eeuw met een snelle,
door waterjets aangedreven loods-
tender, comfortabel zittend in een
leren stoel, droog en warm, naar
het te beloodsen schip gebracht.
Dat was tot het eind van de twin
tiger jaren toch wel even anders.
Hoewel er voor de havens van Rot
terdam en Amsterdam al sinds het
begin van de 20e eeuw gebruik werd
gemaakt van stoomloodsvaartuigen,
werden voor de andere Nederlandse
havens, waaronder Den Helder, nog
steeds loodsschoeners en kotters
ingezet.
De schoeners en kotters hadden
over het algemeen geen motor en
moesten dus alles met de zeilen
doen. De loodsjol werd met een
handtakel in het water gelaten en
daarna ging men roeiend naar het
te beloodsen schip. Hierbij werden
slecht weer en hoge golven niet ge
schuwd.
Aflossing kruispost
Vanaf 1851 tot aan de opening van
het Noordzeekanaal in 1876 bloeide
de haven van Den Helder als nooit
te voren. Korte tijd daarna was het
echter afgelopen. De scheepvaart
ging weer naar Amsterdam, maar
nu via IJmuiden. Ook de inspecteur
van het Loodswezen, dat onder het
Ministerie van Marine ressorteerde,
verhuisde mee naar Amsterdam.
De loodsen bleven echter in Den
Helder wonen en voeren wekelijks,
vanuit de Helderse haven met twee
loodskotters naar IJmuiden. Daar
hield de ene zich een paar zeemijl
ZW van de haven op voor schepen
komende uit het zuiden. De ander
deed dat een paar zeemijl NW van
de haven voor uit de noord ko
mende schepen. Deze kotters bezet
ten de zogenaamde kruisposten. Zij
werden in 1908 echter vervangen
door een stoomloodsvaartuig, dat
vanuit IJmuiden ging varen. Jaren
lang werd daar afgelost op dinsdag
en wel om half tien 's morgens. Dat
was namelijk de tijd dat de loodsen,
die met de eerste trein vanuit Den
Helder waren vertrokken, in IJmui
den arriveerden. Ondanks het feit
dat alle zeeloodsen vanaf 1922 (op
heffing post Dungeness) in IJmui
den woonden werd dit ritueel tot in
de jaren zestig voortgezet.
Dungeness
Voor de Engelse kust ter hoogte van
Dungeness bevonden zich al eeuwen
Nederlandse loodsboten en aan het
begin van de 20e eeuw voeren daar
zeeloodsen met loodsschoeners
voor zowel de Schelde, Rotterdam
als IJmuiden. Deze laatste schoener
werd vanuit Den Helder bemand.
Kapiteins, van vooral zeilschepen, die
met hun schip het Kanaal inkwamen
hadden graag al vroeg een loods
aan boord voor een van de grote
Nederlandse havens. Noodgedwon
gen werd deze service in de Eerste
Wereldoorlog gestaakt en daarna in
1922 geheel opgeheven, daar het eco
nomisch niet meer verantwoord was.
De zeeloodsen verhuisden toen allen
van Den Helder naar IJmuiden.
Kruispost voor Helderse kust
Voor de Helderse kust had men
twee kruisposten als vooruitgescho
ven posten voor het Noordzeeka
naal, ook bemand door schoeners.
Zij voeren net als de kotters voor
IJmuiden, week op week af. Na de
Eerste Wereldoorlog werd een van
deze kruisposten echter opgeheven.
Opmerkelijk is dat de schoeners re
gelmatig bij storm naar de Helderse
rede zeilden.
Hoewel snelle zeilers (max. 12 kno
pen), waren de schoeners echter
moeilijk wendbaar en waren ze niet
in staat om met harde aanlandige
wind en een sterke vloedstroom uit
de wal te zeilen. Vooral als het schip
De loodsschoener 'Texel-IJmuiden Nr. 13' op de kruispost bij Dungeness. (Schilderij
van H.A. Jaarsma uit 1949)
16