l-
- 1
T
*^j
Zeevaartschool en Zevende leerjaar
LucJacobs
M
Dijkgezicht in de strenge winter van 1946 -'47.
Er is al veel over de oude Zeevaart
school geschreven, minder be
kend zal het volgende zijn: In het
schooljaar 1946-1947 was het ze
vende leerjaar V.G.L.O.= Voort
gezet Gewoon Lager Onderwijs) in
de Zeevaartschool gehuisvest.
Hoofd der school was meester Ma-
rinus, een grote vriendelijke man.
Hij woonde op de Ruyghweg num
mer 21. Saillant detail: Mijn ouders
hebben in het begin van hun huwe
lijk in 1926 bij hem ingewoond.
Ik heb mijn lagere schooltijd op
de Tuindorpschool aan de Brakke-
veldweg doorgebracht. Hoofd der
school was meester Gravemaker,
een strenge meester. Hij woonde
aan de Javastraat 110 rechts in het
blok met prachtige herenhuizen met
dansschool "Siebeling"; Stijl, gratie
en hoffelijkheid, o.i.d.
De Tuindorpschool was een echte
school voor kinderen van arbeiders.
Mijn vader, Luc, werkte als smid
vuurwerker op de Rijkswerf, zoals
vele generaties "Jacobsen".
Naar de opleidingsscholen, als
voorbereiding voor HBS en Lyceum
b.v. de Comeniusschool en de
school van meester Kramer aan de
Parallelweg, gingen vooral kinderen
van de gegoede burgerij.
Piet Jongepier en ik wilden naar
de R.H.B.S. (Rijks Hogere Burger
School), als enige van de Tuindorp
school en moesten op het zevende
leerjaar op niveau gebracht worden:
veel zinsontleding, grammatica en
rekenen. Beiden slaagden we voor
het schriftelijk toelatingsexamen dat
bestond uit: rekenen, Nederlandse
taal, aardrijkskunde en geschiedenis.
Mijn vier jaar oudere broer Johan
ging rechtstreeks vanuit de zesde
klas van de Tuindorpschool naar het
Lyceum.
De R.H.B.S. was gehuisvest in de
oude herenhuizen aan de Kerk-
gracht, die huizen staan er nu nog,
terwijl latere nieuwbouw aan de
Timorlaan al jaren geleden afgebro
ken is. Nu staan daar seniorenwo
ningen, wellicht al bewoond door
oud leerlingen.
Terug naar het Ankerpark, een ideale
speelomgeving. Tijdens het speel
kwartier en na schooltijd gingen we
naar de Buitenhaven, die lag vol
met marineschepen en vissersboten
(garnalen koken). Bij laagwater
kropen we onder de houten steigers
door, op zoek naar krabben. Ik ben
een keer aan boord van een Engelse
Motor Torpedo Boat (M.T.B.) ge
weest. Niet zo verwonderlijk dat
ik later acht jaar bij de Koninklijke
Marine gediend heb: toch maar niet
bijgetekend. De winter van '46-'47
was zeer streng (Op 8 februari 1947
werd bij -15 graden celsius de eerste
Elfstedentocht van na de oorlog ge
reden). De haven lag vol met dikke
ijsschotsen, daar kon je gewoon op
lopen. Piet Jongepier en ik hebben
eens een halfdode meeuw van een
ijsschots gered. Meester Marinus
gaf ons toestemming om de meeuw
direct mee naar huis te nemen, het
beest heeft het echter niet overleefd.
Ik liep tweemaal per dag van de Be
goniastraat 77, mijn geboortehuis,
naar het Ankerpark, vice versa. Zo
vlak na de oorlog hadden alleen
mijn ouders een oude fiets. Tussen
de middag kwam mijn vader van
de Rijkswerf naar huis en werd er
warm gegeten.
Op de voettocht moesten twee brug
gen gepasseerd worden, die stonden
voor ons al dan niet 'terecht' open.
De brug over het Helders-kanaal bij
de Nieuwe Brugstraat, werd door
een manke schoenmaker bediend.
De Ankerparkbrug, over de Bin
nenhaven, stond vaak open. Als we
op de heenweg naar school in de
gaten kregen dat de brug geopend
zou worden, en die operatie duurde
lang, maakten we daar dankbaar
gebruik van.
Voor mij was het een heel avontuur
lijk en plezierig schooljaar.
15
t
i*