Rebelse dominee De Koe zoekt heil in kolonie
'Daar rijdt de Czaar weer uit met zijn groentewagen'
Wout Smit
Zijn verblijf in Den Helder, van
1898 tot 1901, was kort maar he
vig. Als predikant van de Nieuwe
Kerk werd dominee Anne Hylkes
de Koe geboycot door de marine.
Hij vertrok niet omdat andere
gemeenten van de Nederlands
Hervormde Kerk hem beriepen,
maar omdat hij uit het ambt stapte
en zich in een ideëel experiment
stortte: het leven in een landbouw
kolonie.
Het was waarschijnlijk ook de be
doeling van de antimilitaristische
dominee dat hij maar korte tijd in
de marinestad zou blijven. Voor
zijn komst was hij al met andere
volgelingen van Tolstoj betrokken
bij de oprichting van de Vereniging
Internationale Broederschap. Op 27
april 1899 berichtte de Amersfoort-
sche Courant: "Wij vernemen, dat
ds. Kylstra, predikant bij de Her
vormde gemeente te Rottevalle, plan
heeft, met de heeren professor Van
Ds. Anne de Koe preekte in 1900 de
marine de kerk uit.
beledigd. Om zich publiekelijk
te verdedigen schreef hij een
boekje: 'n Preek en wat er van
kwam'. De affaire deed veel stof
opwaaien. Zelfs de minister
bemoeide zich ermee.
Tijdens Open Monumentendag
2013 wijdde de Evangelische
Gemeente De Ambassade,
die thans de Nieuwe Kerk in
eigendom heeft, een expositie
aan deze affaire. Zij schonk het
tentoongestelde materiaal na
afloop aan de Helderse Histori
sche Vereniging.
Buitenbeentjes
Het vertrek van De Koe naar
Ingekleurde ansichtkaart met het interieur van Blaricum ging met de nodige
de Nieuwe Kerk. publiciteit gepaard, want de
Rees te Hilversum en ds. A. de Koe,
predikant te Den Helder, bij Apel
doorn een kolonie te stichten geheel
op Tolstoiaanse leest geschoeid. De
heeren zullen daar als arbeiders
werken tegen een jaarlijksch loon
van f. 700,-, hun door andere hee
ren gewaarborgd. Zo luiden onze
informaties, die wij echter met de
noodige reserve meedeelen."
Niet Apeldoorn, maar Blaricum
werd de basis voor de kolonie, die
werd geleid door ds. S.C. Kylstra,
een vriend van De Koe. Op 17 juni
1900 werd het koloniehuis, de ge
meenschappelijke woonruimte, of
ficieel geopend. Nog geen jaar later
voegde De Koe zich bij zijn geest
verwanten, christen-anarchisten
die een nieuwe maatschappij na
streefden. Een samenleving, waarin
iedereen met en naast elkaar werkte
en waarin geen dwang of dwingend
gezag was.
Op 12 mei 1901 stond De Koe voor
de laatste maal op de kansel van de
Nieuwe Kerk. In zijn afscheidsrede
verklaarde hij: mijn geloof is niet
verzwakt, maar ik denk dat ik op
een andere manier beter aan de roe
ping van God kan werken.
De Koe was sinds zeven jaar pre
dikant, eerst in Nieuwveen (ZH),
sinds 1898 in Den Helder. Op 23
april 1900 hield de antimilitaristi
sche dominee een preek, die slecht
viel bij de marine. De zondagen
daarna stond er een bewapende
wacht bij de toegang van de kerk;
de marineautoriteiten hadden hun
manschappen verboden de diensten
van De Koe bij te wonen. Daarmee
kwam abrupt een einde aan de
'kerkparades', waarbij adelborsten,
mariniers en jantjes - vaak met
grote tegenzin - onder muzikale
begeleiding naar de Nieuwe Kerk
werden gedirigeerd.
De Koe werd ter verantwoording
geroepen door de Synode. Hij ont
kende de marine te hebben
4