A
maar waardoor? Waren we aan de
grond gelopen of had het schip wat
anders geraakt?
Op de heenweg had ik wat meewa
rig naar de mannen bij de kaarten-
tafel gekeken. Elke twee minuten
werd er een positie in de kaart
gezet. Ik vond dat maar onzin, want
ik wist toch waar we zaten. Ik was
nu echter maar wat blij dat ze dit
gedaan hadden, want nu had ik
een zeer belangrijk bewijs waar we
precies gevaren hadden en dat was
in het diepste gedeelte van het vaar
water, waardoor het in mijn ogen
onmogelijk was dat we de grond
hadden geraakt.
De Koninklijke Marine was er he
lemaal niet blij mee dat het schip
weer terugkwam. De Vlootdagen
stonden voor de deur en dan moest
je zon schip niet in de haven heb
ben, dat gaf maar gedonder.
Dat gedonder kwam in ergere mate
toen de landelijke pers lucht kreeg
van het gebeuren. Aanvankelijk
werd door voorlichters beweerd dat
het schip aan de grond was gelopen.
Ook werd in eerste instantie in min
of meer bedekte termen de schuld
van dit alles in mijn schoenen ge
schoven. Die beweringen werden
later weer ingetrokken, maar het
kwaad was toen al geschied. Boven
dien deden zowel de Koninklijke
Marine als de Amerikaanse marine
nogal geheimzinnig waardoor je
indianenverhalen kreeg.
Zodoende ging de pers voor de
Bainbridge termen gebruiken als
"roestbak", "drijvende bom", "stra
lingsgevaar" en "kernraketten aan
boord". Zelfs het borrelende koelwa
ter van het schip werd bestempeld
als radioactief. Op de kernraketten
na, was alles onzin, maar het ging er
bij het onwetende publiek allemaal
in als koek. Het toenmalig PSP ka
merlid Andrée van Es stelde vragen
in de 2e Kamer over rampenplannen
en dergelijke en ook Greenpeace
begon zich te roeren en wilde dat
het "levensgevaarlijke"
schip zo snel mogelijk
verdween.
Onze toenmalige oud
ste Helderse loods Ger-
rit Mulder wist echter
naar de pers toe het
hele gebeuren in een
goed perspectief te zet
ten, zodat de druk op
het Loodswezen en ook
op mij behoorlijk af
nam. Hij wist het echter
zo goed te brengen dat
de Helderse krant zelfs
schreef dat ik werknemer was in
dienst van het Helderse bedrijf BV
Mulder. Ja want ook in Den Helder
is het Loodswezen voor veel mensen
een onbekende.
Ik ben een dag daarna nog aan
boord geweest om het voorval met
de commandant te bespreken. Hij
was daarbij zeer openhartig en
vertelde dat de duikers hadden ge
constateerd dat niet de grond was
geraakt. Waarschijnlijk was het een
onder water zwevend voorwerp
geweest, maar dat is echter bij mijn
weten nooit opgehelderd.
Spijtig voor de commandant, maar
met zijn de carrière was het echter
gedaan, hij werd door een uit de VS
overgevlogen Board of Inquiry on
middellijk van zijn taak ontheven.
Zelf heb ik nog een tijd met een
knoop in mijn maag rondgelopen.
Maar om er snel weer overheen te
komen moest ik bijna alle grote bui
tenlandse marineschepen beloodsen
die voor de Vlootdagen de Helderse
haven binnenkwamen. En ik verze
ker u dat hielp.
Toen de kruiser na reparatie de ha
ven weer had verlaten ebte de be
langstelling al snel weg en verdween
alles in een lade en hoorde ik er
niets meer van.
De USS Bainbridge werd in 1995 uit
dienst gesteld en eind 1997 werd begon
nen met sloop en ontmanteling van de
reactors.
De Kokmeeuw was in de jaren '80 en '90 van de vorige eeuw
de loodsboot van Den Helder.
Jaren later kreeg ik van Jan Spanjers-
berg, oud kapitein-eigenaar van het
enige in Huisduinen geregistreerde
vrachtschip de Nescio, een scherf van
een mok met daarop het wapenschild
van de USS Bainbridge. Hij had het op
strand gevonden. Sindsdien bewaar ik
het als aandenken.
Dome.
Onder de boeg van kruisers en fregatten en
dergelijke, is een halve bol bevestigd, meest
al gemaakt van kunststof, waarin diverse
apparatuur zoals een sonar zit opgeborgen.
In het geval van de Bainbridge was deze
dome van rubber gemaakt. Deze was gevuld
met zoet water, die de bol op druk hield.
Door de beschadiging viel de druk weg en
vervormde de bol met kans op beschadiging
van de apparatuur.
23