Helderse Zeewering staat'op zijn teen voor een afgrond'
Herman Lambooij schetst geschiedenis 'Capitaale' dijk
Ruud Claessen
Vrijdag 13 december 2013 bracht
de liefhebber van lokale geschiede
nis geluk. Want op die dag ver
scheen De Helderse Zeewering sinds
1750, een studie over het 'meest
noordelijke puntje van Holland,
waar het land eindigt en een wereld
zich opent.Dr. Herman Lam
booij is de auteur.
Lambooij borduurt voort op na
speuringen van dr. Henk Schoorl,
de in 1997 overleden historisch -
geograaf die grote naam verwierf
met zijn onderzoek naar de ontwik
keling van de Hollandse kust, waar
van de Helderse dijk een van de
hoekstenen is. 'Een geschiedenis na
Henk Schoorl' is dan ook de onder
titel van Lambooij's jongste werk.
De boekpresentatie had plaats in de
raadszaal van het Helderse stadhuis.
De ambiance was sfeervol en ver
schillende sprekers voerden het
woord, onder wie Jan T. Bremer als
voorzitter van de kring Vrienden
van de Hondsbossche die het boek
deed uitgeven.
"Vroeger kon je in Den Hel
der nog 'een dijkie' pikken",
verzuchtte Bremer. "Dat kan
tegenwoordig niet meer, laat
staan dat je er kattenkwaad
uithaalt." Hier had Bremer
een punt, doelend op de nau
we band tussen jutter, dijk en
Marsdiep in vroeger dagen.
Die binding was onmisken
baar inniger dan vandaag de
dag, want op en direct achter
de zeewering werd gewerkt,
geflaneerd, geroddeld en ge
rookt om slechts een paar
menselijke bezigheden te
noemen. Kortom, de dijk
leefde! Vergelijk dit tableau vivant
eens met de huidige zeewering; die
ligt er maar log, leeg en eentonig bij.
Maar.je kunt de huidige dijk ook
vanuit een andere invalshoek bekij
ken. Als machtige arm die Den Hel
der en de Noordkop tegen zee en
elementen beschermt. Een dijk van
een dijk die veiligheid en vertrou
wen biedt. Vergeleken met deze
krachtpatser was het 'dijkie' van
vroeger niet meer dan een slap arm
pje. Bij een beetje storm sloegen de
golven al over de kruin, zoals in
1825 en 1916. Terwijl Den Helder in
het rampjaar 1953 door het oog van
de naald kroop.
Lambooij begint zijn verhaal in het
tijdvak waar Schoorl eindigde, rond
1750. In die jaren stabiliseerde de
Helderse dijk zich enigszins, mede
door het toenemend gebruik van
steen en steenstort, in combinatie
met verbeterde peil- en rekenmetho
des. Maar door de eeuwen heen zou
de Groote of Capitaale (Helderse)
zeedijk waterstaatkundig en financi
eel bezien een heet hangijzer blijven.
Na 1850 stabiliseerde de dijk zich
verder door toenemend gebruik van
Jan T. Bremer overhandigt het boek aan wethouder
Pia Bruin. (Foto: Wim Visser)
Duitse basaltsteen. Effectief maar
duur. De stormvloed van 1916 gaf
de stoot tot de afsluiting van de Zui
derzee en de versterking van de Hel
derse dijk met een keermuur. Deze
ingreep bracht de dijk van 6,4 m
NAP naar een hoogte van meer dan
8 meter. De Afsluitdijk (1932) deed
de stroming voor de Helderse dijk
sterk veranderen, vooral bij Huis
duinen waar het strand geheel ver
dween.
Tijdens de Duitse bezetting
werd het dijkonderhoud
ernstig verwaarloosd. Pei
lingen voor de kust bleven
uit en de dijk zelf werd
voorzien van bunkers en
een pantsermuur. Al dit
nieuwe beton was veel te
zwaar voor het dijkli-
chaam, waardoor dit ver
zwakte.
Na de bezetting werd het
dijkonderhoud weer voort
varend ter hand genomen.
De deskundigen vonden
echter dat Kaaphoofd er
wel heel slecht voor stond.
Hier werd dan ook een inlaagdijk
overwogen, een dijk achter de dijk,
dwars door Erfprins heen. Over dit
Een geschiedenis na Henk Schoorl'
krlojt *00* Vonrd HulUnJvt kii«r>ii*|j*rnhitd<nli 12013)
'Vil I Irlii,
5