Renate Leonhardt.... goud op de Noordzeebodem of persoonlijk drama? Vraag de gemiddelde Nederlander of de naam Renate Leonhardt hem of haar iets zegt en er zal waarschijnlijk 'nee' geantwoord worden. Tenzij je heel toevallig een Eerste-Wereld- oorlog-enthousiast, of een maritiem georiënteerde hobbyist treft, maar daarvan zullen er ook maar enkelen zijn waarbij een lichtje opgaat. Wat voor Nederland geldt, geldt ook voor Den Helder, mijn oude Jutterstad, maar daar ligt het toch iets anders. Niet wat de jongere generaties betreft, maar voor oudere Jutters -en dan denk ik aan echt oudere- zal die naam niet onbekend klinken en in sommige gevallen zelfs herinneringen kunnen opwekken, hoewel de echt betrokke nen al lang niet meer in leven zijn. De Renate Leonhardt, een Duits vrachtschip, dat in augustus 1917 voor Den Helder door een Engelse duikboot getorpedeerd werd, maakt immers deel uit van de Helderse ge schiedenis, en hoewel echte getuigen nu ontbreken, is het verhaal niet in de geschiedenis verloren gegaan, maar kort voor de tweede wereldoorlog en daarna in de vijftiger jaren van de vorige eeuw weer uitvoerig in het nieuws gekomen. Zelf herinner ik me niet precies wan neer ik voor het eerst met de Renate Leonhardt (RL) geconfronteerd werd. In 14-18 zag men soms vanuit Den Helder Duitse vliegtuigen of Zeppe lins ver boven de Noordzee op bom- bardementsvlucht op weg naar of van Engeland. Deze verhalen van mijn vader waren mogelijk de kiem van mijn fascinatie voor de Eerste We reldoorlog en het zou kunnen dat de naam van het schip uit zijn verhalen van toen is blijven hangen. Maar in ieder geval kwam de RL te prominent in het nieuws in die genoemde vijfti ger jaren om onopgemerkt te blijven. Ook niet door mij, hoewel ik pas van Den Helder naar Amsterdam was verhuisd en het dagelijkse nieuws wat minder tot me doordrong; een nieuwe baan, een jong gezin en een dochter tje vroegen toen het meeste van mijn aandacht. Dat het schip of liever gezegd het wrak toen uitvoerig in het nieuws kwam had te maken met het feit, dat ene Piet Vis ser uit Wijdewormer aan het eind van de dertiger jaren door het wrak geob sedeerd raakte en er bijna zijn levens werk van maakte. Dat bijna levens werk, door de Tweede Wereldoorlog onderbroken, maar weer opgevat rond 1947, nadat de wraksite door de ma rine als mijnenvrij was opgegeven, had minder met het wrak maar des te meer te maken met de vermeende goudschat -het goud van keizer Wilhelm, dat in veiligheid moest worden gebracht- die in het ruim van het schip naar de Noordzeebodem was gezonken. De door Visser opgerichte bergingsver eniging (Coöperatieve Bergings-Ver- eniging Renate Leonhardt U.A) wierf vele aandeelhouders om de berging te financieren en het kwam zelfs tot de bouw van een bergingstoren, die nooit het ruime sop zou kiezen en tenslotte zonder goud tezamen met de vereni ging roemloos ten onder zou gaan. De ruime publiciteit eromheen leek sterk op die van een aantal jaren eerder rond het andere beroemde goudschip, de Lutine, aan het eind van de 18e eeuw gezonken ten wes- Bouwtekening van de Renate Leonhardt. Later, na de bouw, werd het schip voorzien van grotere masten en maakten laadbomen plaats voor de zeilen. In de gearceerde spaarbunker zouden zich 454 kistjes met goud bevinden (bron: "De Blauwe Wimpel" jaargang 1955). 173

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2010 | | pagina 7