i ontwikkelingen, de stadsvernieu wingsplannen en de ontwikkeling van Drooghe Weert. Daarvoor was een planorganisatie opgetuigd, bestaande uit een stuurgroep stadsontwikkeling en twee plangroepen voor Drooghe Weert en de stadsvernieuwing. De inspirerende leiders hiervan waren de wethouders Muije en Van den Bosch, ook wel de 'terrible twins' genoemd. Eens per maand op vrijdagochtend vergaderden deze groepen in het stad huis aan de Kerkgracht, drie vergade ringen achter elkaar in deels dezelfde en deels wisselende samenstelling. De agendavoorbereiding en dagelijkse coördinatie had het college in handen gelegd van het projectteam, bestaande uit Ben Westerdijk, voorzitter van de Woningstichting en deels in dienst bij de secretarieafdeling Stadsontwik keling, Jan Wiltenburg, hoofd stede- bouwkundige afdeling van de dienst Openbare Werken, Piet Rieswijk van de centrale boekhouding (later toen Piet naar het Gemini-ziekenhuis ver trok, nam John Tol zijn plaats in) en Leo Spetter, beleidsmedewerker van de secretarieafdeling Stadsontwik keling en vaste scribent van beleids stukken voor de wethouder, (voor het organisatieschema wordt ook verwezen naar het boek 'Tien jaar stadsvernieuwing in Den Helder' dat in 1978 werd uitgegeven bij een sym posium over dat onderwerp). Deze ambtelijke groep werd stiekem wel 'protectieteam' genoemd vanwege de nauwe band met de beide sturende wethouders. De organisatie stond ook wel enigszins op gespannen voet met de hiërarchische organisatie van de gemeente, maar werd ingegeven door de politieke wens greep te hebben op het beleid en de uitvoering van de prioritaire plannen. Formeel was de groep verbonden met de afdeling stadsontwikkeling van de secretarie. Volgens het secretarie-model passeer den ook alle voorstellen van Open bare Werken deze afdeling o.l.v. dhr K. Schendelaar. Er was ook een duide lijke relatie met de sterk in opkomst zijnde projectorganisatie, waarvan ik tijdens mijn managementopleiding kennis had genomen en waarvan ik de voordelen wel inzag. Mijn periode als raadslid in Oegstgeest was daar aan niet vreemd. Het functioneren als diensthoofd werd er niet door bena deeld, omdat het wekelijkse overleg met de afdeling stedenbouwkunde en het eveneens wekelijkse overleg met de wethouders goed functioneerden. Wat betreft stedenbouwkundige plannen kwam ik volgens Van den Bosch in een gespreid bedje, omdat er voor de stadsvernieuwingsgebie den en voor Drooghe Weert-Zuid goedgekeurde bestemmingsplannen gereed lagen. Voor Drooghe Weert was dit een zgn. uitwerkingsplan, dat in detail nog ingevuld moest wor den. Uitzonderingen bleken te zijn: Drooghe Weert Noord (door de pro vincie Noord-Holland van goedkeu ring onthouden), het plan Oostsloot (vanwege een kroonberoep tegen de noordelijke randweg) en het plan Ju- lianaplein (vanwege een bezwaar van de grootwinkelbedrijven die parkeren op dit plein noodzakelijk vonden). Voor het havengebied waren er geen bestemmingsplannen; hier waren de mogelijkheden beperkt en afhankelijk van de vrij komende kades van de Ko ninklijke Marine. Door actieve en nauwe samenwerking leerde ik Gerard van den Bosch steeds beter kennen. Hij stelde al gauw voor om elkaar te tutoyeren, maar ik vroeg hem daarmee nog wat te wachten. De relatie van het college met mijn voorganger, die ik bij zijn voornaam Skato noemde, was nogal afstandelijk en ik wilde ook niet volledig ingepakt worden, al was ik wel gecharmeerd van Gerard. Mijn instelling was coö peratief en ik steunde in grote lijnen zijn visie op de stad en de organisatie. We hadden allebei een zekere bewon dering voor de in 1964 vermoorde president John F. Kennedy van de Verenigde Staten van Amerika. De Bourgondische levensstijl van Gerard was voor mij geen enkel probleem doordat ik in Nijmegen en Sittard werkzaam was geweest. Gerard was op 19 september 1928 te Boxtel geboren en getrouwd met Riet Opening van het winkelcentrum "De Riepel" in Middelzand op zaterdag 26 maart 1977. De openingshandeling (waarvoor eerst de touwen ontward moesten worden) werd verricht door wethouder Van den Bosch met assistentie van dhr. G. Westerdijk en de dames L. M. van der Laan en C. M. Knaap. Rechts dhr. L. Spetter. 201

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2010 | | pagina 35