Zes jaar samenwerking met drs. C.J. van den Bosch, wethouder van de gemeente Den Helder in de jaren 1968 -1981 en raadslid 1958 -1963 en 1968 -1981. Vergadering projectteam. V.l.n.r.: wethouder G. J. van den Bosch, beleidsmedewerker L. Spetter, directeur Openbare Werken J.A. Vonk, directeur Plantsoenendienst J. Overzet en chef Stedenbouw J. Wiltenburg. Omdat mijn voorganger, jhr. ir. S. Laman Trip, per 1 december 1975 met pensioen zou gaan, werden er in het voorjaar van 1975 advertenties geplaatst in enkele tijdschriften. Ik solliciteerde en maakte kennis met het college van B&W onder leiding van burgemeester mr. A.P.J. van Brug gen, de wethouders dhr. K. Muije, loco-burgemeester, mw. A.A. King- ma-Voorthuijsen, dhr. J. Roobol, drs. G.J. van den Bosch en de gemeente secretaris mr. J.D. Nijzink. Er volgden gesprekken met een personeelsver tegenwoordiging en de betreffende raadscommissies en op 6 mei van dat jaar (die dag werd ik 41 jaar) werd ik door de raad benoemd uit drie kan didaten. Op 1 oktober begon ik met mijn werk, maar feitelijk iets eerder, omdat er in juli een commissieverga dering was over een belangrijk riole ringsplan. Op enkele plaatsen, o.a. de Kanaalweg en de Parallelweg, was er waterover last geweest en daar wilde men snel wat aan doen. Volgens wethouder Van den Bosch waren de rioolbuizen overal veel te klein van diameter. Die wijsheid had hij van zijn schoonvader, adjunct-hoofd van Gemeentewerken te Boxel. Het adviesbureau TAUW maakte een computermodel van het gehele rioleringsnet en rekende het door qua afvoercapaciteit en berging. De conclusie was, dat er te weinig berging was bij zware regenval en dus moesten de buizen inderdaad royaler bemeten worden, maar daarnaast moest er een aantal knelpunten wor den weggenomen. Dat gebeurde in een 10 jarenplan omdat het om een grote operatie ging. Dit plan was te vens de basis voor een overeenkomst met het Hoogheemraadschap Uitwa- terende Sluizen te Edam, de instelling die het rioolwater van de stad zou ontvangen en zuiveren in een spoedig nieuw te bouwen rioolwaterzuive ringsinstallatie (RZI) in het Balg- zandpoldertje aan de overkant van het Noordhollands kanaal. Zo maakte ik snel kennis met de gemeentelijke problemen. Een ander geval dat zich meteen aan diende was de kwestie van de zgn. meetfout in het plan Sluisdijk. Er was commotie over een verandering in het plan; de oorzaak was volgens de wethouder een meetfout. De pers benaderde de afdeling Landmeten (of andersom?) die dit verontwaardigd ontkende. Had de wethouder ver keerde informatie verstrekt? Dan was het ernstig! In de raadscommissie gaf ik als verklaring de dikte van viltstift- lijnen, waardoor het schetsplan niet precies in de feitelijke situatie paste. Hoongelach was het gevolg, maar toch haalde het de druk van de ketel. Het eerste opstandje dat ik meemaak te tegen de twee sterke wethouders Muije en Van den Bosch, die de stads vernieuwing trokken en ook verder een stempel op het beleid drukten. Bij mijn aanstelling was een inwerk- periode van twee maanden geregeld. Dat kostte extra geld en daarom wa ren er twee speciale opdrachten, waar ik direct mee aan de slag moest: a. De brug over het Balgzandkanaal bij de Kooijsluis; b. Verbetering van de kades langs het Nieuwe Diep; De tweede opdracht vergde wat meer tijd, maar met de eerste kon ik snel beginnen. Er was een bouwteam gevormd met Van Hattem Blanke voort, er lag een ontwerp met zware gesloten landhoofden, voorzien van zware groutankers om de gronddruk op te nemen. Het beviel me niet en we kozen voor een elegantere oplos sing met twee aanbruggen, hetgeen ook nog praktische voordelen (re tourstroom) had. Vanwege de slappe ondergrond was bijzondere zorg voor de fundering vereist. Binnen een half jaar kon met het heien worden begon- 199

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2010 | | pagina 33