Het gebeurde op't Marsdiep (2) Te voet van Texel naar Wieringen Per boot van Texel naar Wieringen, per baktrog desnoods zoals Barend Bakker dat in 1624 om een weddenschap deed. Maar te voet? Normaal was het niet natuurlijk, maar zo nu en dan gebeurde het toch. Er zijn in het verleden van die winters geweest die zó streng waren, dat zon voettocht van Texel naar Wieringen of nog ver der tot de mogelijkheden behoorde. Zo vermeldt Dirk Burger van Schoorl (1650-1717), chirurgijn aan de Ou- desluis in de Zijpe, dat het in januari 1608 zó koud was dat "de Rijn boven Keulen, de Schelde voor Antwerpen en de Hont (Westerschelde) tusschen Vlaanderen en Zeeland digtvrooren. Desgelijks de Zuiderzee, dat men een langen tijd met geladen sleeden van Harlingen op Enkhuizen regt toe regt aan reed alle dagen: ja zelfs kon men van Texel op Wieringen te voet gaan, daar alle dagen nogtans zulken snellen stroom gaat. Veel Menschen vrooren zoo hier en daar op de wegen dood van de Koude." In de winter van 1621/22 was het vol gens dezelfde auteur nog erger. Men kon op veel plaatsen met sleden lopen en rijden "daar men in de voorschreve Winter van 1608 niet hadden konnen doen: men reed van Vriesland op Vlie land, van Vlieland op Texel, van Texel op Wieringen De Noordzee was zijn strand langs altemaal bevroren tot op 38 vadem diepte. Daar waren ook, zoo de schip pers getuigen in 't midden van de Zee, stukken Ys die zij hadden zien drijven, van een mijl of twee groot, daar men veilig op loopen mogt, 't welke bij men schen geheugen nooit geschiet was." Eén buismans vadem - een buisman is een haringvisser - was 5 voet, dat is dus ongeveer 1,5 meter. Zelfs als die 38 vadem gelezen moet worden als 3,8 dan nog lijkt de dikte van het ijs schro melijk overdreven. Maar voor het ove rige komen de verhalen overeen met die van de Hoornse stadsdokter Dirck Volckerts Seylmaecker, beter bekend als D. Velius (1572-1630). Ofheeft Dirk Burger van Schoorl de gegevens van Velius Kroniek (le druk 1604,2e 1617) overgenomen? Dirck Volckerts Seylmaecker, alias Theo- dorus Velius (1572-1630) Ingevroren galjoot Hoe het ook zij, de strenge winter van 1683/84 heeft Dirk Burger van Schoorl zélf meegemaakt. Het vroor zó sterk, dat men "van Kamperduyn af geen water in Zee kon- de zien". En hij voegt er aan toe: "daar vroor een Helder Galjoot, een Visscher, op de Breeveertien zoo vast dat ze in Zee rondom over het Ys met gemak konden gaan. Al de Konijnen aan de Duinkant vroo ren de meeste part dood en ook veel Boomen en Kruiden." Buisman vermeldt dat de Zuiderzee als landweg gebruikt werd door paarde- sleden en karossen die van Amsterdam naar Friesland reden, van Harlingen naar Enkhuizen en zelfs van Den Hel der op Texel, Vlieland, Terschelling en Ameland. Zo reist de schout van Vlieland met de paardeslee naar Am sterdam! Zo mogelijk nog strenger en in elk ge val een van de felste winters van de 18e eeuw, was de winter van 1708/09. "Veertien dagen voor kersttijd", aldus Burger van Schoorl, "begon 't alhier te vriesen. Maar 1709, in 't begin van January, zette het zoo sterk aan met vriesen, en daar bij met zulken swaren sneeuwjagt, dat het bijna onbeschrijf lijk was. Den 6. February schreef de Courant van Haarlem, dat door de sware wind en extra ordinaire hooggevallen sneeuw de wegen alom onbruikbaar waren." Kruiend ijs Voorts vermeldt de schrijver duizen den doodgevroren mensen - alleen in Parijs al 3500 - en tot waanzinnige hoogten stijgende prijzen voor voedsel en brandstof. "Ook quam in deeze maand (januari 1709) een Galjoot uit Vrankrijk met 130 vaten Wijn in Texel binnen en liet zijn anker vallen, wierde van de Ys- gank omgesmeeten als een vogeltouw en ging te gronde, het volk salveerde haar (redde zich) op de Ysschotsen." Het kruiende ijs bracht dikwijls grote schade aan. Zo is in de Resoluties van de Staten van Holland van 15 en 29 juli en 13 september 1622 sprake van sub sidies aan Texel en Wieringen vanwege de door ijsgang beschadigde dijken. Ook na andere strenge winters in deze eeuw is daar herhaaldelijk sprake van. Maar niet alleen de (wier)dijken wor den vaak ernstig beschadigd, ook in gevroren schepen raakten soms totaal vernield. 132

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2009 | | pagina 6