Bassingracht 53, voorheen 47 uit. Achter de winkel was de woon kamer, alsook de keuken. Wilde je naar de wc, dan moest er een kleine oversteek door de openlucht gemaakt worden van de keukendeur naar de 'pleedeur'. Neen, doortrekken was er niet bij en we hadden ook geen last van een bevroren stortbak, want be vriezen kon alleen de emmer, waarin alle producten werden vergaard om wekelijks aan de straat gezet te wor den als de 'strontkar' langs kwam. De bovenverdieping bestond uit een slaapkamer en een grote overloop, waar een bedstee met een raampje was. Dat was mijn plekje. Vader en moeder sliepen op de slaapkamer aan de voorkant van het huis. Later zou die kamer een heel andere bestem ming krijgen. Toen we al verhuisd waren naar de Visstraat werd het hele huis als pakhuis gebruikt. Op de voormalige slaapkamer speelde ik met vriendjes, die de argeloze voor bijgangers verrasten met uit het raam te spugen. Vader wist er wel raad op. Met een paar grote spijkers timmerde hij de ramen vast en de club 'klein maar dapper', afgekort als KMD, had het nakijken. Mobilisatie Augustus 1939 brak de mobilisatie uit. Dit hield ook in dat vader in mili taire dienst moest. De eerste tijd was hij gelegerd in Hoorn. Met moeder ging ik er met de bus heen om hem op te zoeken. De soldaten sliepen in een grote zaal op strozakken. Dat is het enige, dat ik me er van herinner. Als vader thuis was met verlof zag ik hoe hij zijn 'poeties' om zijn benen wikkelde. Intussen deed een knechtje (Eddie de Meier uit de Anemonen- straat) zo goed en zo kwaad als dat ging de ventwijk. Tijdens zijn diensttijd kreeg vader pleuritis. Hij 'lag' toen inmiddels in Weert en kwam vandaar in het zie kenhuis in Eindhoven terecht. We hadden het plan om hem met Pink steren 1940 te gaan bezoeken, maar toen was net de oorlog uitgebroken. De reis ging derhalve niet door. Oorlog De tiende mei 1940 stond ik met moeder in alle vroegte buiten op straat. Vliegveld De Kooij bleek te zijn gebombardeerd. Enkele dagen later was de Duitse bezetting een feit. Ook Vanaf het uitbre ken van de oorlog stond Den Helder bloot aan tal van bombardemen ten. Direct op 14 mei al een Engels bombardement, bedoeld voor de haveninstallaties, gevolgd door, naar men zegt, een Duits bombardement op de stad 'uit wraak'. Een zeer zware aanval vond plaats in de nacht van 24 op 25 juni. Ook aan de Bassingracht werden huizen getroffen. 'Juffrouw' Kok, wier huis totaal vernield was, werd door de buren getroost met de woorden: "Mens, wees blij, datje tenminste nog leeft!" Op nummer 72, dat ook zwaar beschadigd werd, stond Evert Bakker nog opgebaard. Hij was bij de lucht aanval van 21 juni dodelijk getroffen door een granaatscherf (zie voor een en ander Anthony van Kampen, De Burgers van Den Helder). De situatie werd ook moeder te veel. Met vele anderen pakte zij hals over kop haar biezen. Zelfs de afwas bleef'in het water staan'. De winkel ging dicht en moeder en ik vertrokken naar opa en oom Henk in Nijkerk. Onder weg naar het station zagen we in de Keizerstraat, op de hoek van de Vos- straat, de modepoppen van een da mesmodezaak nog staan te smeulen, nadat het pand door een brandbom was getroffen. Pas in oktober zouden we weer in Den Helder terug zijn. in de winkel ver schenen de eerste Duitse soldaten. Een dikke 'Mof' kwam steeds om 'Nudel' vragen. Niemand begreep wat hij bedoelde. Maar vanaf het eerste moment had hij voor ons de bijnaam 'Nu del'. 145

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2009 | | pagina 19