De legerzaal was uiterst sober in gericht, behalve de vlaggen aan de wand was er geen enkele versiering aangebracht en op de houten vloer lag een eenvoudige, rood gekleurde kokosmat. Een belangrijke plaats werd verder ingenomen door het zogenaamde zondaarsbankje waar bezoekers van de dienst, wanneer zij daar behoefte aan hadden, geknield hun zonden konden belijden. Daarbij werden zij dan bij gestaan door een van de korpsleden. Iedere zondag werden er twee diensten gehouden, één om 10 uur en dan 's middags om 5 uur nog één. Na afloop van de diensten trokken dan de bezoekers huiswaarts door de Stakman Bossestraat, vaak in de rich ting van de Sternstraat waar opmerke lijk veel korpsleden woonachtig waren. De diensten in de legerzaal aan de Spoorgracht kenmerkten zich door veel muziek en gezang, waarbij door iedereen ook nog eens op de maat van de muziek in de handen werd geklapt. Daar werd je echt blij van. Toen de verschrikkingen van de be zetting eenmaal voorbij waren kwam het Leger des Heils weer in al zijn glorie tevoorschijn en marcheerden zij via de Spoorgracht naar de binnen stad om daar vergezeld van muziek en gezang het evangelie te verkondigen. Steeds werd de marcherende groep voorafgegaan door de vaandeldrager, broeder Slot. Door zijn lengte en zijn grote grijze snor had hij een indruk wekkend uiterlijk. Jacob Nan Slot werd op 8 september 1891 geboren op Texel. Aanvankelijk bezocht hij op aandringen van zijn ouders trouw de kerkdiensten, maar op 15-jarige leeftijd hield hij dat voor gezien en leefde er vrolijk op los. Hij werkte als ladingsknecht bij de Neder landse Spoorwegen en later als chauf feur bij van Gend en Loos in Den Helder. Tijdens de Eerste wereldoor log (1914-1918) diende hij gedurende een periode van 27 maanden zijn vaderland als militair. Na een korte periode in de brandstoffenhandel trad hij in dienst bij de verhuisonderne- ming van Harrier wiens bedrijf hij later zou overnemen. In het adresboek van de gemeente Den Helder komen we een J.N. Slot tegen op het adres Van Galenstraat 9, met als beroep voerman, benevens een grote advertentie van J.N. Slot, verhuizingen en stalhouderij, die was te bereiken op het telefoonnummer 428. Het ging Jaap Slot voor de wind, ech ter er verschenen donkere wolken aan de hemel, want de alcohol oefende een bijzonder grote aantrekkings kracht op hem uit. Het ging bergafwaarts en uiteindelijk werd een faillissement uitgesproken en was hij werkeloos en verslaafd aan de drank. Na enige tijd kreeg hij een baan aangeboden bij de gemeentelijke reinigingsdienst. Jaap Slot was vader van vijf kinderen en sommige van hen waren heilsol daat geworden en het spreekt vanzelf, dat zij pogingen in het werk stelden om hun vader wederom op het rechte pad te brengen. Tenslotte is dat gelukt tijdens een bidstond in de legerzaal die werd geleid door zijn dochter Truus. Op 12 april 1936 werd broeder Slot ingezegend als heilsoldaat, de drank was voorgoed verleden tijd en enige tijd later heeft hij ook zijn sigaretten en sigaren in de kachel gegooid. Als actief heilsoldaat en later bevorderd tot sergeant-majoor, werden door hem bezoeken afgelegd aan vele Helderse cafés, teneinde daar de 'Strijdkreet' te verkopen en soms werd hij daar ver welkomd met de woorden: "Lust je nog een borreltje Ome Jaap?" Het aanbod werd dan resoluut afgeslagen. Op 27 februari 1955 is broeder Slot overleden en met korpseer en een mars door de stad begraven. Op de dag van zijn begrafenis woei op het gebouw van openbare werken van de gemeente Den Helder de vlag halfstok In later jaren toen de Helderse ker mis weer werd gehouden aan de Kanaalweg trachtte de zangbrigade de burgers van Den Helder er van te weerhouden het zondige vermaak te bezoeken, meestal zonder resultaat. Nieuwediepers zijn nou eenmaal feestneuzen en ondanks het feit dat het in de kermisweek vrijwel altijd regent maken zij toch altijd even een rondje over de kermis al is het alleen maar om poffertjes te eten. Over het algemeen was er onder de Helderse bevolking veel waardering voor het werk van het Leger. Natuurlijk werd er door de Helderse schoffies wel eens de draak mee gesto ken. Zij zongen dan: "Halleluja jutte- peren en een bossie radijs, Kan je halen bij Van Galen van het Leger des Heils". De heilsoldaten reageerden hierop met een glimlach en vaak zongen ze dan: "Het Leger gaat nog lang niet weg, het gaat hier niet vandaan. Eerst moeten alle kinderen naar de lieve Heiland gaan". Sommige inwoners van Den Helder werden, wanneer zij op een of andere wijze de wet hadden overtreden, geconfronteerd met de reclassering van het Leger des Heils. In de meeste gevallen werden zij dan weer op het rechte pad geholpen door broeder Vermeulen die op de hoek van de Visstraat en de Jan in 't Veldstraat een kruidenierswinkel dreef. Zijn zoon Cor voelde niets voor het krui deniersvak, volgde een opleiding tot officier bij het Leger, ging theologie studeren aan de universiteit en werd uiteindelijk predikant. L. Lasschuijt (wordt vervolgd.) Bronnen: Interview met de fam. A. Hoogeterp. Interview met Mevr. Slot-Remijnse. Handgeschreven levensbeschrijving van J.N. Slot. Adresboek Den Helder 1933. 142

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2009 | | pagina 16