Een oud Joods graf aio p 3'b -nror rya rSjn ro rots trj -opn psS rspri DE WELEDG= HEER LOUIS BOAS,v KAPITEIN BY DE INFANTERIE OVERLEDEN^ AAN WON MIN, BEKOMEN, BY T VERONGELUKKEN VAN zynermajesteits! SCHIP DEWASSENA AR, DEN27 TC^ET Ai Mi $387. De Joodse begraafplaats in Huis duinen stamt uit 1827 en is relatief jong vergeleken met de Algemene begraafplaats die uit het begin van de 17e eeuw dateert. De begraafplaats, waarvoor de grond reeds in 1824 door Domeinen aan de Helderse Joodse gemeenschap was afgestaan, had al veel eerder in gebruik kunnen wor den genomen. Maar Hendrik Noot (1774 - 1837), die de boerderij Vrede en Vrijheid pachtte en waartoe ook de landerijen rondom de begraafplaats behoorden, wist de zaak zeker een jaar lang te traineren. Hij was het er namelijk niet mee eens dat men, naar joods gebruik, een ram als zo genaamde zondebok Aazael, op de begraafplaats wilde laten grazen, want die kon achter zijn schapen aangaan. Verder kan ook nog wel hebben mee gespeeld dat hij in 1824, tegen zijn zin een stuk van zijn pachtgrond had moeten afstaan voor deze begraaf plaats. Louis Boas was waarschijnlijk de eer ste die op de Joodse begraafplaats ter aarde werd besteld. Zoals op de mees te Joodse grafstenen staat er eerst een tekst in het Hebreeuws, met daar onder een tekst in het Nederlands, die luidt: _V •V •*>*- ié*" v .v-V i- W -A v - De weledge Heer Louis Boas, Kapi tein bij de Infante rie, overleden aan wonden bekomen bij 't verongeluk ken van Zijner Majesteits schip de Wassenaar den 27 Tebet A M 5587. Louis Boas stierf dus op 27 Tebet 5587, wat in onze jaartelling 26 januari 1827 betekent. Maar wat deed hij op de Wassenaar en wat is er met dat schip gebeurd? Volgens dominee Kila in De Kille aan het Mars diep" zou hij na terugkomst uit Oost-Indië een onge luk hebben gehad op de Wassenaar. De zoektocht naar de gebeurtenis kwam in een stroomversnelling toen we onlangs een groot aantal mari tieme boeken van de KIM-bibliotheek kregen. In die tijd woedde er een oorlog op Java, maar ook op de andere eilanden heerste onrust en het bestrijden van de overal in de archipel voorkomende zeeroverij vormde een groot pro bleem. Voor dat alles waren voortdu rend verse troepen nodig. Er werden daarom begin januari 1827, naast de gebruikelijke transportschepen, drie linieschepen met troepen naar de Oost gezonden, de Zeeuw, de Water- loo en de Wassenaar. De eerste twee waren nog nieuw, uit 1824, maar de Wassenaar was al een ouder schip en dateerde nog uit de Franse tijd. De Wassenaar, een linieschip bewa pend met 74 stukken, was in 1812 op stapel gezet als Audacieux en werd enige tijd later Coalitie genoemd. Na de aftocht van de Fransen werd het schip in 1816 afgebouwd en kreeg het de naam Zr. Ms. Wassenaar. De Zeeuw vertrok op 5 januari 1827 vanuit Vlissingen en was op 8 juli 1827 al weer klaar voor vertrek uit Batavia. De Waterloo en de Wasse naar echter vertrokken op vrijdag 12 januari 1827 met oostenwind vanaf de Texelse rede. Aan boord van de Was senaar bevond zich een bataljon vrij willigers onder bevel van majoor Cox van Spengler. Kapitein Louis Boas was een van hen. De schepen zeilden zoveel mogelijk naar het westen om maar zover mo gelijk uit de Hollandse kust te komen. De grafsteen van Louis Boas 137

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2009 | | pagina 11