georganiseerd, wat dan een aantal
weken achter elkaar gebeurde. Daarbij
is het gebeurd dat de winnaar na ver
loop van enkele weken zijn prijs weer
moest inleveren, omdat uit een op
het Marsdiep genomen foto bleek dat
hij dwars over een ton was gevaren,
waarover hij en de bemanning wijse
lijk hadden gezwegen. Uiteraard heeft
dit de man in kwestie niet bepaald
geholpen tijdens zijn verdere carrière.
Na afloop van de wedstrijden tijdens
de kermisweek op zaterdag was er
dan nog een zeilersbal in de marine
kantine, 't Huys Tijdtverdrijf, aan de
Kanaalweg. Daar ging je natuurlijk
ook heen, ondanks het feit dat je na
een dag op het water bepaald niet zo
fit meer was.
Verder leren
Nadat de Avondvaktekenschool was
afgerond was ik, zoals al eerder ge
steld, tot de conclusie gekomen dat
het loodgieterswerk best leuk was,
maar dat het waarschijnlijk verstan
diger was om er het een en ander bij
te leren. Ik volgde daartoe een soort
tweesporenbeleid: aan de ene kant
voltooide ik mijn vakopleiding door
het halen van de patroonspapieren en
aan de andere kant leerde ik verder in
de meer algemene zin. Dit betekende
voor mij dat ik op de doordeweekse
dagen drie avonden naar de OBAO-
cursus ging. Een opleiding die er op
gericht was de kennis van de exacte
en algemene vakken op een pijl te
brengen dat ongeveer gelijk was aan
het Mulo-B diploma. Daarnaast ging
ik op zaterdagmiddag naar Alkmaar
om mijn vakopleiding te voltooien.
De (Gawalo) cursus werd gegeven
in de oude LTS die vlak bij de tunnel
onder het spoor in Alkmaar stond.
De cursus begon om twee uur 's mid
dags. Om daar op tijd te zijn mocht ik
om twaalf uur met werken ophouden,
want we werkten toen nog tot één uur
's middags. Op die manier kon ik dan
precies even eten, me omkleden en
met de trein van één uur naar Alk
maar gaan en dan op tijd op school
zijn om de lessen te volgen die tot zes
uur duurden. Meestal gingen we dan
ca. tien minuten eerder weg om met
de trein van zes uur naar Den Helder
te gaan, waar we dan om ca. zeven
uur aankwamen, 's Avonds om acht
uur begon dan de bijeenkomst in het
VCJC-honk. Het kon dus allemaal
precies. Het was wel een druk leven
in die tijd, maar als je het zo gewend
bent weet je niet beter. Na twee jaar
behaalde ik het OBAO diploma en
had ik daarnaast zowel het diploma
gezel, als het patroonsdiploma water-
fitter.
In dienst
Deze wijze van werken en stude
ren heb ik volgehouden tot ik ons
vaderland moest gaan verdedigen.
Om deze bezigheid te leren werd ik
opgeroepen, bij het regiment Genie
troepen, om in de Lunetten Kazerne
in Vught de eerste oefening te ontvan
gen. Als zoon van een beroepsmilitair
ging ik er heen met het idee dat het
allemaal wel mee zou vallen. Ik werd
dan ook door enige teleurstelling
getroffen toen ik ingedeeld werd bij
een sergeant van Molukse afkomst
die een zeer korte samenvatting gaf
van de krijgsartikelen waarvan ieder
de inhoud ook meteen duidelijk was.
Zijn toespraak had ongeveer de vol
gende inhoud: "Ik ben sergeant Kor-
tenbach, ik ben zeer fanatiek, en als je
niet doet wat ik zeg ben je de lui". U
ziet, uiterst duidelijke taal die ook de
meest ongeletterde onder ons onmid
dellijk begreep. Ook diegenen, die
binnen waren gekomen met verhalen
als "ik zal dit zootje wel eens vertel
len hoe ik er over denk", werden door
deze logica volledig van de voeten
gemaaid en lagen de eerste avond al te
huilen om hun meisje. Overigens viel
de sergeant achteraf best mee, waar
nog bij kwam dat ik na slechts enkele
dagen meer dan een week in bed te
recht ben gekomen, geveld door de
toen rondgaande A-griep.
Na drie weken mochten we voor het
eerst weer naar huis en op de trappen
van het huis van mijn ouders - we
woonden onderwijl op de Singel
achter het ziekenhuis - liep ik mijn
schoenen al los te knopen en zei ik,
vol afkeer, tegen m'n vader toen ik
binnen was: "Hoe heb je dit in gods
naam 34 jaar uitgehouden". Het was
dus wel duidelijk dat een militaire
carrière voor mij niet zou zijn weg
gelegd.
Cor Bakker, Valthermond
(wordt vervolgd)
De koningssloep bij de sloepenboot en de Zeedoksluis