De kruiser Sumatra Met nostalgie terugdenken aan het verleden is menselijk en waarschijn lijk van alle tijden. Uiteraard niet van alle tijden voor het individu; daar begint het pas op latere leeftijd en, naar ik aanneem, zonder norm: voor de een wat vroeger, voor de ander wat later. En er zullen er ook zijn, die aan hun jeugd alleen maar ellendige herinne ringen hebben en minder open staan voor nostalgische gevoelens. Nostal gie is voor mijn gevoel toch iets posi tiefs. Je denkt terug met nostalgie aan de leuke en goede dingen en meestal niet aan de negatieve. Zelf mag ik me gelukkig prijzen, dat ik kan terugdenken aan een geluk kige jeugd en wel in wat nog steeds onze marinestad is, in dat puntje van Noord-Holland, Den Helder. Datzelfde Den Helder, dat onlangs in een of andere stupide vergelijking was verkozen als de lelijkste stad van Nederland en waar de inwoners over het algemeen niet zo lovend zijn over hun stadsbestuurders. Tenminste, als je de jaargangen van Levend Verleden doorleest, waarvan ik recent toevallig enkele jaargangen in handen kreeg. Maar die geluiden hoor ik ook in andere en eigen gemeente (voor mij Purmerend) en het is onmogelijk te beoordelen of het in de ene plaats werkelijk erger is dan in de andere. Maar niets van al dat negatiefs wat mijn jeugd in de kop van Noord-Hol land betreft. Daar kan ik zonder pro blemen met veel nostalgie aan terug denken, ondanks het feit dat ik me, toen ik jong was, heilig voorgenomen had later niet zo'n oude nostalgiezeur te worden. Het lijkt of je daar gewoon niet aan kan ontkomen! En zonder af te dingen op dat wat andere plaatsen en steden aan een opgroeiende knaap te bieden hebben, moet ik toch stellen, dat het in Den Helder haast niet op kon. Welke stad biedt je een paar kilome ter dijk, krabben tukken, alikruken zoeken, op de gladde stenen rond- schooien, langs de haven slenteren, onderzeeboten van dichtbij bekijken, hulzen zoeken op het Kuitje als de mariniers van De Kooy het Noord hollands kanaal waren overgestoken om daar te oefenen met hun Pa rabellum pistolen of Lewismitrail- leurs, kogeltjes en lood zoeken op de schietbanen in de duinen of na een storm langs de duinhelling, makre len vissen in de haven, kluitjes klei gooien door de open patrijspoorten van het wachtschip, genieten van alle marineactiviteiten en bijna dagelijkse luchtactiviteit vanaf De Kooy en De Mok, het zeeleven bewonderen in het Zoölogisch Instituut, op je buik op de steiger liggen en tussen de planken door beneden je de ratten zien rond scharrelen, en welke stad biedt je een bijna dichtgevroren Marsdiep en een Eugenia hoog op de dijk? Hoewel dat laatste, niet alleen voor mij, wel heel erg lang geleden is! Ik zou deze alinea zonder problemen twee keer zo lang kunnen maken, maar voor mijn Helderse leeftijdge noten vertel ik eigenlijk niets nieuws. Eerlijk is eerlijk, het was niet allemaal rozengeur en maneschijn. Nostalgie geldt niet voor het gemeentezwem badje achter de dijk, wat in mijn herinnering het kilste, koudste en ongezelligste zwembad ooit was. Mis schien ook omdat ik daar nooit het meisje van mijn dromen ontmoet heb, maar dezelfde ervaring heb ik ook van anderen gehoord. Het Zoölogisch Station aan de Buitenhaven Toch, met een beetje goede wil, kan ik nu zelfs daarvoor wel enige nostalgie opbrengen. Kortom, ik kan me niet herinneren me in mijn geboortestad ooit een minuut verveeld te hebben en vooral zomers konden de dagen niet lang genoeg zijn. In de dertiger jaren, vooral de tweede helft, trok ik nog al eens op met mijn oom van moederszijde, Jan Limburg, bij de lezers van Levend Verleden waarschijnlijk wel bekend. Hij was een jaar of tien ouder en voor mijn beleven al een beetje een echte oom. 106

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2009 | | pagina 12