Mijn herinneringen aan Den Helder (2)
Mijn vader komt terug
Op een avond werd ik ineens uit mijn
bed gehaald en naar de woonkamer
gebracht. Met mijn slaperige hoofd
werd ik op de tafel gezet en zag ik
een man die de trekken en het uni
form had van de man op de foto's, die
mijn moeder me regelmatig onder de
ogen had gehouden. Ik kwam tot de
conclusie dat dit mijn veel besproken
vader moest zijn. Dus zei ik tot ieders
tevredenheid meteen 'Papa'.
Ik bleek goed te hebben gegokt want
het was inderdaad mijn vader, die
onderwijl als instructeur in een op
leidingskamp voor oorlogsvrijwil
ligers bij het Engelse Ipswitch werkte.
Hij was met een motortorpedoboot
meegelift naar Den Helder en bracht
plunjezakken vol heerlijkheden en,
voor ons, luxe goederen met zich
mee.
Zaken als gecondenseerde melk,
chocolade en soorten fruit, die ik van
mijn leven nog maar weinig gezien
had. Ik kan me ook nog blikjes herin
neren met het merk OXO erop die,
naar ik vermoed, een soort corned-
beef als inhoud hadden. Maar ook an
dere zaken, zoals fietsbanden. Hij had
gehoord dat die in Nederland niet
te krijgen waren. Waarin hij natuur
lijk gelijk had. Verder natuurlijk een
enorme hoeveelheid sigaretten die
door mijn grootvader - die al jaren
genoegen had moeten nemen met de
zogenaamde eigenteelt - als een ge
schenk uit de hemel werden aanvaard.
Na een aantal maanden werd mijn
vader overgeplaatst naar een mij
nenveger die, samen met meerdere
mijnenvegers, eerst vanuit Vlissingen
de waterwegen langs de Nederlandse
kust van mijnen moest zuiveren.
Hij kwam daardoor ook, ondanks
het nog gebrekkig functionerende
openbaar vervoer, af en toe thuis in
de weekenden. Hoewel, als je het ach
teraf bekijkt, de toenmalige marine
duidelijk wat roekelozer met haar
personeel omsprong dan dat tegen
woordig het geval is. Het scheelde
dan ook maar een haar of hij was vrij
snel weer naar Indonesië gestuurd.
Hij wist het Bureau Plaatsingen er na
enig heen en weer gepraat uiteinde
lijk toch van te overtuigen dat hij na
ruim zes jaar weg te zijn geweest nu
toch wel enige tijd in de nabijheid van
zijn gezin moest blijven. Hij werd op
fort Erfprins geplaatst waar hij bij de
bewaking van de daar geïnterneerde
leden van de NSB, de krijgsgevangen
Duitsers en aanverwante organisaties,
werd ingedeeld.
Naar de Koningsweg
Onderwijl werden er pogingen ge
daan om weer op ons zelf te gaan
wonen. Dit lukte na enige maanden.
We kregen een huis toegewezen aan
de Koningsweg (de tegenwoordige
Jacob van Heemskerckstraat). Voor
de kinderen in die straat een echt
eldorado want het was, met de Singel,
een van de weinige straten die in de
nabijheid van het gesloopte Oude
Helder overeind waren gebleven. Ook
stond er nog een kazernencomplex
recht tegenover onze voordeur en niet
te vergeten het zogenaamde Kleding
magazijn dat, zover ik weet, een oude
Marechausseekazerne was. Weliswaar
was het Oude Helder verboden ge
bied, maar daar trokken wij ons als
kinderen niet altijd iets van aan. Want
tussen de puinhopen waren erg veel
Politieke
gevangenkamp
op fort Erfprins
(beeldbank HHV)