moesten we uitstappen en liepen we naar Qu(a)drath Ichendorf, een heuvelachtig landschap. We werden ondergebracht in een schuur. Daar moesten we ook weer graven. Alleen het eten werd er niet beter op, kool soep en nog eens koolsoep en een stuk Duits brood. We lagen betrekkelijk dicht bij het front en er waren veel jachtbommen werpers in de lucht. Op een dag werd er een luchtafweerstelling aangeval len, een vliegtuig van de ene kant en de twee andere kwamen van de zon kant. Even later zag je de hele stelling de lucht ingaan. Wij zijn een keer beschoten, maar gelukkig hadden we de loopgraaf net op diepte en konden we dus dekking zoeken. De kogels kwamen in de wand terecht. Er liep een spoorlijn en een munitietrein werd door een jacht bommenwerper in brand geschoten en vóór ons gingen de wagons de lucht in; de locomotief kwam als laat ste en viel van de dijk af. De volgende dag moesten Russische krijgsgevange nen de boel opruimen. In het dorp zelf was ook nogal wat schade aangericht. Er werden met selaars gevraagd. David Blansjaar zei: „Kom op, Cees, jij bent mijn opperman" en wij aan het werk. Bij een boer zoveel mogelijk alle pannen weer op het dak gelegd en zo werden verschillende huizen weer een beetje bewoonbaar gemaakt. Van een huis in Röhmerstrasse waar een Tsjech woonde, waren de muren ontzet. Hij werkte op een fabriek en kon aan een lange stang komen en wij brachten daar muurankers aan. Ik ben daar in de tachtiger jaren geweest en zag het huis compleet met ankers nog staan. We hebben daar heel wat mensen geholpen en in ruil daarvoor kregen we overal te eten. Doch de Amerikanen kwamen steeds dichterbij en op een avond moesten we aantreden en gingen op stap, dwars door Keulen. We werden met een pont naar de overkant van de Rijn gebracht. En weer moest er ge graven worden. Inmiddels hadden de Amerikanen de Rijn bereikt. Duitse troepen aan deze kant en wij daar achter. We lagen in een schuur, maar als het Amerikaanse geschut weer begon moesten we weg. Het was op den duur een chaos. Niemand wist waar je aan toe was. Ook de Duitse leiding, die uit oude S.A.- ers bestond, wist 't niet. En zo hebben wij eens 24 uur achtereen gelopen, met af en toe een rustpauze. Maar om dan weer overeind te komen en verder te lopen was het ergste. Eten hadden we al in dagen niet gehad. Uiteindelijk ston den we stil bij een fabriek en werd de troep in tweeën gesplitst. Om beurten mochten we naar binnen en werd er eten uitgedeeld. Wat het was weet ik niet meer, maar het smaakte prima. We konden er weer een beetje beter tegen. Zo hebben we dagen rondgelopen van hot naar her. Ik herinner mij Siegburg, Siegen in de buurt van Bonn. Zoals ik al schreef, het was een puinhoop. Op een dag sprak ik met een Hagenaar af dat we er vandoor zouden gaan, want slechter dan nu kon het niet worden. Met z'n tweeën was het makkelijker om bij de boeren om eten te bietsen. Je keek dan van afstand uit het bos of er geen solda ten waren en vervolgens ging je naar beneden en kreeg bij de boeren in het dal altijd wel wat. Op een keer raakte ik de Hagenaar kwijt. Hij was in z'n eentje naar beneden gegaan en ik heb hem niet meer gezien. Alleen ging ik verder en 's avonds vroeg ik bij een boer of ik in 't stro mocht slapen. Dat lukte en ik kreeg wat te eten. Bij een andere boer ontmoette ik een Russische jongen die daar aan het werk was. We raakten aan de praat en hij adviseerde mij de volgende morgen vroeg te vertrekken, want hij vertrouwde z'n baas niet erg. Kort daarna kwam ik een Belg tegen die met z'n maats in het goederenver voer zat. Hij nam me mee en zette een teil met warm water neer, waste me en knipte m'n haar en ik kreeg schone kleren. Daar knapte ik van op. Zo heb ik daar rondgezworven en ook nog een paar dagen bij een Hollandse boer gewerkt, die daar een bedrijf had. Maar zijn vrouw was het er niet Röhmerstrasse 86 in Q(u)adrath Ichendorf, september 1985. Weerzien met het huis na ruim 40 jaar. In de zijmuur zit nog steeds een muuranker (slecht zichtbaar) (foto C. Seegers) 32

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2008 | | pagina 34