verde beperkingen voor het scheeps onderhoud op. Het schoonmaken, repareren en met aangroeiwerende verf schilderen van de zinken buiten huid van de 'Bonaire' was namelijk van het grootste belang om vaart met het schip te kunnen blijven maken. De bemanning kon door hoggen'*8' het onderwaterschip tussen de wa terlijn en de kimkielen provisorisch schoon houden, maar daar hield het ook mee op. Om het schip toch droog te zetten voor (schoonmaak)werkzaamheden aan het onderwaterschip of aan de schroef werd doorgaans uitgeweken naar Fort de France op het Franse eiland Martinique. Dat gebeurde in ieder geval voordat de thuisreis naar Nederland werd aanvaard. Voor waarde was wel, dat er een goede ge zondheidssituatie op het eiland werd aangetroffen. Zo moest de 'Aruba' in 1881 vanwege de op Martinique heer sende gele koorts uitwijken naar een particulier ijzeren dok op het eiland St.Thomas. Aangekomen te Fort de France werd bij het dok geankerd en met trossen op het fort St. Louis gemeerd om buskruit en gevulde projectielen af te geven, die werden opgeslagen in een magazijn van dit fort. Hierna kon het schip tot het dok worden toege laten en ondersteund door schoren en stutten droog worden gezet (zie foto 4). Vervolgens werd de zinken buitenhuid van het onderwaterschip van aangroeisel ontdaan, waar nodig hersteld en vervolgens geschilderd. Voor het schilderen van de zinken buitenhuid werd in 1891 verdunde verf met de naam 'Antoxyde Julien no. 1 en 2' gebruikt. Verder werden on der andere de buitenboordkranen en kleppen nagezien. De verblijfsduur in het dok kon in februari 1891 voor de 'Bonaire' be perkt blijven tot twee dagen. Alvorens de steven richting Texel te wenden werden het eerder afgegeven bus kruit en de gevulde projectielen weer aan boord genomen, alsmede 100 ton steenkolen en levensmiddelen. De kosten van onderhoud, kolen en levensmiddelen werden contant afge rekend. van de onderofficieren op de bak weg; 12 maart: door het stampen slaat de whaleboot herhaaldelijk te wa ter en gaat verloren; 12 maart: de (voorste) sloep B5 heeft door de zee geleden en be- De 'Bonaire' in het dok te Fort de France, Martinique (foto 4) (collectie NIMH) De 630 zeemijl lange reis van het lichtschip 'Paramaribo' naar Fort de France duurde in februari 1891 5A etmaal. De reis van Fort de France naar Texel was ruim 4400 zeemijl en werd volbracht in 49 etmalen, ofwel er werd minder dan 90 zeemijl per etmaal afgelegd. Het had de 'Bonaire' dan ook niet meegezeten met de weersomstandigheden, zoals geïllus treerd kan worden met een overzicht van de averij die tijdens deze reis werd opgelopen: - 6 maart: door een stuurfout dwars op de zee waardoor de fok stuk slaat; 10 maart: bij zwaar doorstampen braken jaag- en kluifhout; 10 maart: een stortzee te loevert vernielt de hakspier; 10 maart: een zee slaat de ge schalmde koekoek van het logies hoeft herstelling; 16 maart: door een stortzee wordt de B.B. hakspier vernield en ge deeltelijk weggeslagen; 16 maart: een der valpoorten op de loopplank wordt belangrijk ontzet; 29 maart: de nok van de marsenra breekt bij de bras af; De bepaald niet gemakkelijke reis kwam op 11 april 1891 ten einde in de haven van Den Helder onder de nuchtere vermelding: 'De gezond heidstoestand van État-major en be manning is zeer gunstig' Ten slotte Het is duidelijk, dat de 'Bonaire' als zeilschip met een aantal beperkingen kampte. Als barkentijn beschikte het schip over een beperkt zeiloppervlak. Haar stoomvoortstuwing had als ne- 23

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2008 | | pagina 25