Herinneringen van een zeemilicien
Op 1 september 1953 deed ik mijn
intrede in de Koninklijke Marine
als vuurleidingmonteur der derde
klasse zm in het toenmalige mari-
neopkomstcentrum in Hollandse
Rading nabij Hilversum met als
marinenummer 99655. ZM stond
voor zeemilicien maar boze tongen
beweerden dat het zoveel betekende
als 'zij moesten'. De eerste zes weken
werden de dienstplichtige militairen
daar 'geïnterneerd', de allereerste week
hadden we zelfs geen toegang tot de
kantine omdat onze 'barang' (onze
spullen, waaronder onze kleding) nog
niet genummerd was. Na zes weken
gingen we voor de eerste keer met
lang weekend, maar niet eerder dan
nadat gedurende een zeker een uur
durende inspectie was gebleken dat
onze kleding en onze haardracht zich
in een onberispelijke staat bevonden.
Gedurende drie maanden ontving
ik daar mijn EMV (eerste militaire
vorming). Wij werden onderwezen
in rangen en standen, eerbewijzen,
schildwachtendienst en heel veel
exercitie. Nog steeds herinner ik mij
de kreten die door de instructeurs,
meestal korporaals van het korps ma
riniers, werden gebezigd om ons de
verschillende handelingen in te pren
ten die nodig waren om op een cor
recte wijze een geweer vanaf de voet
aan de schouder te hangen. Draai, pak
hang, stil, met heel veel nadruk op het
laatste woord stil. Alvorens de militair
vanuit de houding op de plaats rust
ging staan moest eerst het lichaams
gewicht worden overgebracht op het
linkerbeen en het heeft echt enige
tijd geduurd voordat ik dat onder de
knie had. Artikel 1 van de baksor-
der en van het reglement krijgstucht
dienden wij uit het hoofd te kunnen
opdreunen. De koningin begeert dat
orde en tucht door aanmoediging en
beloning, terechtwijzing en bestraf
fing, rechtvaardig en gestreng zal
worden gehandhaafd; dat iedere mili
tair der zeemacht aan boord en in de
inrichting der zeemacht zijn plichten
nauwgezet zal vervullen en zal tonen
dat hem (geen haar?) de verdediging
en handhaving van de eer en de on
afhankelijkheid des vaderlands met
vertrouwen kan worden opgedragen.
Dat waren nog eens tijden. Hoewel
dat niet op het lesrooster stond leer
den wij hier ook onze eerste maleise
woorden. Er dienden immers in die
tijd bij de Koninklijke Marine veel
militairen die afkomstig waren uit het
voormalige Nederlands-Indie.
Satoe is één, batoe is steen, kakkie is
been. Matti is dood en rotti is brood,
enzovoort. Indien je het woord richtte
tot een meerdere diende je in de
houding te gaan staan. Ook werden
wij ingewijd in de geheimtaal bij de
Koninklijke Marine zoals bijvoor
beeld de alom gebruikte afkortingen.
Sergeant werd sgt, korporaal werd
kpl en de commandant was cdt. Na
tuurlijk werden ook hierover volgens
een goede marinetraditie grapjes
gemaakt. Zo was een OZAF een of
ficier zonder aanwijsbare functie en
een OOBAS een onderofficier belast
met het aanvegen van de steiger. Het
dienstvak vuurleidingmonteur werd
aangeduid met vlmnt. Wat betreft
de eerbewijzen is mij de volgende
anekdote bijgebleven. De schildwacht
bij de hoofdpoort diende steeds wan
neer een officier passeerde het geweer
over de schouder te nemen en daarbij
te roepen: "Officier aan boord". Op
een ochtend passeerde een officier
Marva de poort en het vereiste eer
bewijs bleef achterwege. Misschien
wel omdat de schildwacht stond te
snurken of omdat hij dacht dat het
eerbewijs voor vrouwelijke officieren
niet van toepassing was. De officier
Marva was daar echter niet lekker
mee en riep:"Oehoe, schildwacht,
eerbewijs", waarop de schildwacht
terugriep: "Oehoe daar komt ie" en
alsnog het voorgeschreven eerbewijs
presenteerde. Gedurende langdurige
oefeningen als 'Nooitgedacht' en
'Volharding' waarbij lange nachte
lijke marsen werden afgewisseld met
roeien over de Loosdrechte plassen,
werd ons uithoudingsvermogen op de
proef gesteld. Na afloop van deze oe
feningen volgde nog een parade voor
de commandant waarbij de armen
echt tot schouderhoogte dienden te
worden opgezwaaid en ook nog eens
een keer met gestrekte vingers. De
geestelijke verzorging der nieuwbak
ken militairen werd toevertrouwd aan
een vlootaalmoezenier en een vloot-
predikant. Zondagsmorgens kon je
kiezen, of de dominee of de pater en
als je aangaf dat je niet tot een kerk
genootschap behoorde werd je opge
dragen om de wc's te gaan schrobben.
Plotseling bleek dan ook dat iedereen
hervormd of katholiek was. Het was
blijkbaar bij de marineleiding nog
nooit opgekomen dat er ook wel eens
militairen zouden kunnen zijn met
een andere, bijvoorbeeld een huma
nistische, levensovertuiging. Gelukkig
is daar in latere jaren verbetering in
gekomen.
Na deze 'vormende' periode werd
ik overgeplaatst naar de toenmalige
artillerieschool op de marineka
zerne Erfprins, waar ik een opleiding
kreeg in de toen uiterst geavanceerde
vuurleiding installaties van Holland
Signaal. En daar stond ook in 1955 de
wieg van de grootste wielerronde aller
tijden, de Tour de Lasalle. Ik had het
voorrecht deel te mogen nemen aan
de toen winnende Van Kinsbergen
ploeg en te worden beloond met de