vertellen hoe ik over hem denk". Maar
toen ik hem jaren later en ondertus
sen zelf leerkracht aan een LTS in
Hilversum inderdaad tegenkwam,
bij de kassa van Simon de Wit in de
Spoorstraat, zag ik een klein manneke
naast me staan en dacht ik: "moet ik
me daar nu nog druk over maken?"
Dus is het er nooit van gekomen.
In de vijfde klas opende zich de mo
gelijkheid om Engelse, of Franse les
te volgen. Dat moest dan wel extra
betaald worden en de lessen vonden
twee keer in de week plaats na afloop
van de reguliere schooltijd van 16.00
tot 17.00 uur. Ik heb gedurende die
jaren de Engelse lessen gevolgd, iets
waar ik nooit spijt van gehad heb.
De Koningsweg
De kinderen waar ik mee speelde
woonden hoofdzakelijk bij mij in
de straat en dat waren onder andere
Wim van Laar en zijn neef Cloudie
de broers Huub en Wim Quant en de
naast hen wonende Nico en zijn zusje
Wil Slopsma, en verder Tineke Besier,
Ben Schrieken en Anneke Petterson.
De beide laatsten hebben er overigens
maar kort gewoond.
Waar speelden we hoofdzakelijk?
Meestal direct achter de Koningsweg,
zeker toen Oude Helder geheel was
opgeruimd. Achter ons huis begonnen
de landerijen en kon je direct naar fort
Erfprins kijken. Op het
land achter de huizen
liepen paarden, van
onder andere de groen
teboer (Jan Blom een
man met een spraakge
brek door een hazen
lip), die aan het eind
van de Koningsweg een
winkel had en later is
verhuisd naar de Mid
denweg. Verder liep
er ook een vrij grote
onvriendelijke bok met
grote hoorns die de
vervelende gewoonte
had om achter je aan
te komen als je je op
het land waar hij graasde waagde. Het
is dan ook verschillende malen voor
gekomen dat slechts een overhaaste
vlucht mij heeft behoed voor bescha
diging door een kwade bok.
Waar speelden we?
De landerijen bleven een grote aan
trekkingskracht uitoefenen, ook nadat
het terrein achter ons huis later werd
opgehoogd om er nieuwe huizen te
bouwen zoals de Olivier van Noort-
straat, de Jan Huygen van Linscho-
tenstraat enzovoort. Er waren in de
weilanden die overbleven namelijk
sloten, die letterlijk vol zaten met ste
keltjes die dan ook in grote hoeveel
heden door ons werden gevangen.
Een terrein waar we ook nogal eens
speelden was gelegen tussen fort Erf
prins en Huisduinen. Naast de bunkers
aldaar, die overigens pas enkele jaren
na de oorloog toegankelijk werden,
stond een gebouwtje. Daar was in het
begin nog een restant van een noodag-
gregaat aanwezig dat de Duitsers waar
schijnlijk gebruikt hadden voor de
(nood)stroomvoorziening van een deel
van hun kustartillerie of de daar gele
gen bunkers. Verder waren er sloten
waar je dieren in tegenkwam die later
volledig verdwenen, zoals salamanders
en allerlei soorten watertorren.
Het was ook daar, dat ik de eerste
straaljager over zag komen, de toen
bekende Gloster Meteor. Voor mij als
kind dat de oorlog had meegemaakt
was het een beangstigend geluid, want
het deed sterk denken aan een neer
stortend vliegtuig en dat geluid had ik
natuurlijk heel wat keren gehoord.
Verder speelden we, zeker toen we wat
ouder werden, bij de buitenhaven. Het
was reuze spannend om op de vlotten
te spelen die tussen de boten en de
kade lagen. Voor de rest ging je na
tuurlijk krabben tukken. Of, als het eb
was, tussen de stenen aan de voet van
de dijk botervisjes vangen. Die werden
dan thuis in een aquarium losgelaten
waar ze uiteraard na zeer korte tijd het
loodje legden. Een ander vermaak was
het vangen van hagedissen in de dui
nen die toen nog in vrij grote aantal
len voorkwamen. Die werden dan in
een oud theekastje losgelaten dat tot
terrarium verklaard was. Mijn moeder
was daar overigens niet zo enthousiast
over, omdat ze na verloop van tijd wel
eens ontsnapten en dan op jacht naar
insecten soms zelfs tot bovenin de
gordijnen klommen.
Op de pieren van de dijk en die aan
het strand gingen we mosselen zoe
ken die we soms rauw opaten, of
alikruiken die thuis samen met een
zilveren lepeltje gekookt werden en
als ze daarna goed bevonden werden
door een hele groep kinderen veror
berd werden. Daarbij werd een naald
gebruikt om de alikruiken uit hun
huisje te vissen.
Een plaats die daarnaast zeer grote
aantrekkingskracht op ons uitoefende
was natuurlijk de dijk. Voor ons was
dat natuurlijk vooral het deel bij de
'Windwijzer', de waarnemingspost
van het KNMI.
De vlettenhelling met enige vletten
hogerop de dijk achter de muur. Op de
achtergrond de windwijzer (beeldbank
HHV)
10