Van het bestuur
Geachte stadsgenoten,
Hekken rond de haven. Oeps, wat
is dit nu weer! Wat leven we toch in
een bijzondere stad. Een stad niet
op de tekentafel ontworpen, zoals
Almere, maar zeker ook geen stad
die langzaam, haast organisch, zich
heeft uitgebreid vanuit een historische
kern. Nee, Den Helder heeft een heel
eigen zeer dynamische ontwikkelings
geschiedenis. Veeleer schoksgewijs,
waarbij niet de eigen groeikracht
doorslaggevend was, maar het vooral
externe omstandigheden betrof die
de richting en omvang bepaalden.
Natuurlijk was in de vroegste jaren de
natuur daarbij de belangrijkste factor.
Huisduinen is niet voor niets enige
malen verplaatst en weer opgebouwd.
Maar vanaf de achttiende eeuw is het
in steeds sterkere mate de mens zelf
geweest die een bepalende rol heeft
gespeeld; en dan in het bijzonder de
mens of juist bestuurder van buiten
Den Helder. Soms zelfs op grote af
stand van onze stad: Napoleon b.v. die
Den Helder als het Gibraltar van het
Noorden aanwees. Dichterbij huis;
Amsterdam dat in de tweede helft van
de 19e eeuw na het graven van het
Noord-Hollands kanaal Den Helder
zich liet ontwikkelen als haar voorha
ven: Een kortstondige bloeiperiode in
onze geschiedenis. En niet te vergeten
de Duitse bezetter die onze kustlijn
als deel van de Atlantikwal tegen een
geallieerde invasie bestempelde, om
vervolgens een vrij schootsveld te
verkrijgen en het Ouwe Helder, dé
historische kern, totaal van de kaart
te slopen. Maar natuurlijk vooral ook
de bestuurders van de rijksoverheid.
De aanwijzing als Marinehaven heeft
de inrichting van het naoorlogse Den
Helder in grote mate bepaald. Exer
citiepleinen, geen vrije doorgang in
en naar de haven en niet te vergeten
een decentraal losgelegen groeiwijk
Julianadorp, omdat aan de directe
zuidkant van Nieuw Den Helder niet
gebouwd mocht worden gezien de
ligging van het Marine Hoofdkwartier
midden in het Koegras; inmiddels
gesloten! Ten slotte moet ook rijks
waterstaat worden genoemd met haar
deltawerken, waardoor de 'aan zee
stad' Den Helder vooral een 'achter de
dijkstad' Den Helder is te noemen.
Alle ontwikkelingen zijn vanuit een
eigen perspectief meer of minder te
begrijpen. Maar het geheel bij elkaar
genomen heeft Den Helder een zeer
karakteristieke opbouw gegeven die
op een aantal plaatsen behoorlijk
wringt. Strategische visies, stadsplan
nen, herinrichtingsprogramma's;
de analyses zijn vaak uiteenlopend
en de uitwerkingen en oplossingen
zelden eenduidig. Met als gevolg
trage besluitvorming en uitvoering
die geregeld halverwege weer wordt
onderbroken door een tegengestelde
visie. Den Helder, stad vol innerlijke
tegenstellingen waar de dialectiek lijkt
te zijn uitgevonden, maar dat beseffen
we ons dan vervolgens zelf weer niet.
De grootste natuur kan er gekoppeld
worden aan het kleinste mensenhart
als op de dijk de schepen worden uit
gezwaaid of weer verwelkomd na een
maandenlange wereldreis. Den Hel
der als wereldstad zonder wereldstad
te zijn!
En nu wederom heeft een gebeurte
nis, inderdaad op wereldschaal, zijn
invloed rechtstreeks laten gelden in
de inrichting van Den Helder. De
Amerikaanse anti-terroristen wet
geving, ernstig aangescherpt na '11
september', vereist ook internationaal
volledig na te trekken bezoeken aan
'veilige' havens van binnenkomende
schepen. Wederom vanuit bepaald
perspectief goed te begrijpen. Maar
net nu de huidige stadsplannen juist
aangeven dat een vrije doorgang van
de stad via de Oude Rijkswerf ge
wenst is om Den Helder qua beleving
een centrum aan de haven te laten
zijn, worden de vrije kades voorzien
van metershoge hekken.
Ik kan het pleidooi voor het plaatsen
van enige bankjes op de havendijk
dan wel op een vrij stukje kade zwaar
ondersteunen. Waar kunnen we im
mers beter mijmeren over die bijzon
dere stad die wij met elkaar bevolken
terwijl we uitkijken over de haven,
maar dan wel zonder hek voor onze
gekwelde, maar ook gestreelde ogen.
Want waar zijn de luchten mooier
dan boven onze stad? Dat was al in de
17e eeuw zo en dat zal ook de komen
de eeuwen zo blijven. Daar verandert
geen hek of bestuurder wat aan, toch!
Met Helderse groet,
Pieter Blank
voorzitter
154