er het langst heeft gezeten. Als kind
haalde ik er voor mijn moeder de
vleeswaren, want geld voor karbo-
naadjes was er niet.
Langzaam maar zeker kregen we de
grotere winkels: denk aan De Gruyter
in de Spoorstraat en Albert Heyn in
de Van Galenstraat. Dit laatste pand
staat nog in volle glorie op zijn plek.
Niet slopen dus! Ook de kruideniers
Zijlstra en Uipkes z.ijn verdwenen.
In onze schooltijd had je nog geen
televisie, dus werd er veel buiten ge
speeld. "Mam, mag ik buiten spelen?"
Tikkieloop, schuilhokkie, schipper
mag ik overvaren? Ja m'n kind, waar
naar toe? Bij dit spel had je de volle
breedte van de weg nodig. Dat was
geen probleem, want auto's zag je
haast niet.
En de humor ontbrak ook niet.
Denkend aan de keer dat de 'zoeker'
ineens 'zonodig moest' en naar huis
is gegaan met alle gevolgen vandien.
Je speelde totdat je binnengeroepen
werd. Het antwoord was dan: "Ik
kom zo". En met rooie koppen en met
tegenzin kwam je dan binnen. Mijn
moeder waste onze gezichten, omdat
we het zelf niet goed deden en werkte
ons naar boven.
Je moet je voorstellen dat er in die
tijd geen geisers waren; de Wonings
tichting bestelde in 1955 pas 'warm
waterapparaten' (zie ook het boek
"Ach ik bid en smeek Nee, bidden
hoefden we niet voor het slapen gaan,
wel een lepel levertraan slikken, met
wat suiker voor de vieze smaak! We
hadden geen TV, laat staan computer
spelletjes, nodig, om gelukkig te zijn.
Het werd avond en stil in de Vogel-
buurt De volgende dag weer naar
school!
L.C. (Bart) Pompert
Schoolreisje naar SchoorI en Bergen met de bus van Moorman. Parallelwegschool 1950.
Achterste rij van links naar rechts: dhr. Kramer (hoofd der school), mw. Kramer, juf Kwak, dhr. Van der Leek
(onderwijzer), dhr. Zaal (onderwijzer) en een buschauffeur. In het midden (met wit hemdje): Bart Pompert.
172