De kop in kaart (7)
Caerte van het lant van Huijsduijnen van Dirck Abbestee, 1661
Terwijl men tien jaar tevoren (1651)
de dijk aan het Marsdiep nog een
halve meter had opgehoogd en van
een nieuwe buitenglooiing mét paal-
beschoeiing had voorzien, was het na
een storm in januari 1661 weer goed
mis.
'Op tal van plaatsen was de paalbe-
schoeiing stukgeslagen. Ook zaten er
grote gaten in de buitenglooiing, terwijl
een aantal pieren goeddeels was 'uitge
spoeld'. Vandaar dat Dirck Abbestee,
door het bestuur van het Noorder
kwartier geraadpleegd, dan ook maar
voorstelt om ten zuiden van de dijk
een inlaagdijk te leggen 'rooiend van
de Noordkaap op het West Indische
huis' aan de zuidzijde van Den Helder.
Op zijn 'Caerte op het Lant van Huijs-
duijne met sijn dijcken, stranden,
hoofden ende palen, mitsgaders het
Nieuwediep in wijte, koers ende diepte,
't samengestelt, gemeeten ende gediept
door Dick Abbestee in januaryus 1661
(Coll. Hirgman no. 100) staat de
nieuw te leggen dijk ten westen van
het dorp Den Helder als stippellijn
aangegeven.
Die inlaagdijk komt er (in 1662) en
daarmee wordt in feite een groot deel
van het oude dorp aan het Marsdiep
'buitengedijkt'. De maatregel was ove
rigens terecht, want op 2 november
1662 schreef Dirck Abbestee: 't Lant
van Huysduynen, genaemt 't Oude
Lant is ingebroocken en is verscheyden
vee verdroncken; 't was op den Helder
oock quaedt genoech of't hadde inge-
loopen, soo schrickelyck hooch heeft
't waeter geweest.' Het was dus alleen
nog maar een kwestie van tijd dat
men op deze inlaagdijk zou terugval
len.
Aan de westzijde van Huisduinen was
er in 1662 ook weer eens een door
braak in een inlaagdijk, maar dit gat
werd provisorisch gedicht. Op deze
kaart staan de inlaagdijken aan de
I/UDIK
larjfdi
C nnfeWT-VAti Iktisriw,
Va. ",'.:r>fc£ "y „'vi,/
'Caerte van het lant van Huijsduijnen' van Dirck Abbestee, 7661.
163