De oorlogservaringen van de familie Zandstra,
Javastraat 47, Den Helder
In het gezin van mijn ouders waren
vier kinderen. Ik was de jongste en
een nakomertje. Ik scheelde met
mijn zuster eenentwintig jaar en met
mijn beide broers resp. negentien en
zeventien jaar. Ons hele gezin heeft
slechte oorlogservaringen gehad.
Om met mijn oudste zuster te
beginnen. Zij was gehuwd met een
marineman en bevond zich daarom
op het moment van de bezetting van
Nederlands-Indië door de Japanners
op Java. Zij belandde, evenals haar
man, in het Jappenkamp en zij
hebben daar tot het einde van de
oorlog gevangen gezeten. Daarna zijn
zij naar Nederland gerepatrieerd.
Mijn oudste broer was koopvaardij-
officier (scheepswerktuigkundige).
Toen hij een keer met zijn schip
in Soerabaja lag ontmoette hij een
Indisch meisje in het zwembad
(zwemkampioene van Java). Van het
een kwam het ander en hij is met
haar getrouwd. Zij wilde echter dat
hij niet meer ging varen en een baan
zocht aan de wal. Mijn broer had in
zijn jeugd als hobby veel brood en
koekjes gebakken bij de bakker bij ons
aan de overkant in de Breewaterstraat
in Den Helder. Daar in Soerabaja
geen Nederlands brood en koek te
verkrijgen waren, kwam hij op het idee
deze artikelen te gaan produceren.
Eerst in een zeil gebouwd oventje in
Blitar en later in Soerabaja, waar hij
een broodfabriek begon en een zaak
opende voor de verkoop van Hollands
brood en gebak. Het werd een
eclatant succes en het bedrijf groeide
uit tot een goedlopend bedrijf met
zevenentwintig medewerkers. Mijn
broer en schoonzusje raakten in zeer
goede doen, met een mooi huis in de
bergen, een Rolls Roys voor de deur
en juwelen voor haar. Kortom hij was
multimiljonair.
'<4-> >0
De Javastraat na de oorlog met de Marinierskapel (00.1950).
84