«gperrerr
Voormalige BLO-school, ingang gymnastieklokaal. In het meest nabije lokaal beneden,
was de keuken gevestigd waar wij in mei 1946 keukendiensten voor de BS verrichten
foto 2001).
Voor het klaarmaken van de
enorme hoeveelheid dagelijkse
boterhammen hadden we
de beschikking over een in
beslag genomen elektrische
broodsnijmachine en voor het
schoonmaken van de keuken
konden we beschikken over een vast
aantal vrouwen afkomstig uit het
vrouweninterneringskamp gevestigd
in het Lyceumschoolgebouw aan
de Hoofdgracht. Onder die toch
vaak heel aardige vrouwen waren
er die deel hadden uitgemaakt van
het officiële bordeel voor Duitse
militairen "Zum blauen Maus",
dat was gevestigd geweest aan de
Weststraat nr. 85 (de nrs 85 t/m
88B betreffen de locatie waar in
de jaren dertig van de vorige eeuw
het warenhuis van Van Willigen in
vlammen opging).
Waar wij ook voor werden
ingeschakeld, was voor het
verstrekken van brood dat van
regeringswege werd aangevoerd.
Hele wijken hebben wij huis aan
huis van brood voorzien. Ook aan
een hulpactie van het Rode Kruis
om kleding voor behoeftigen in te
zamelen die werd opgeslagen in het
gymnastieklokaal van de MULO-
school aan de Molenstraat, hebben
wij een ruim aandeel gehad.
Gelukkig kregen wij op korte
termijn als troephuis toegewezen de
houten barak aan de Ambonstraat/
hoek Lombokstraat, waarin toen
een enorme voorraad glaswol was
opgeslagen.
Onze leider van het eerste
naoorlogse uur, Joop Pottinga, was
een uitstekende organisator en had
een netwerk met vele contacten. Hij
kreeg het voor elkaar dat een aantal
in Fort Erfprins geïnterneerde
NSB'ers in het nieuwe troephuis
aan het werk werd gezet om dat
te ontruimen van het venijnige
glaswol, waarna enige vaklieden
onder hen, het troephuis gingen
aankleden. Zo werd er een
prachtige schouw in gemetseld.
Aanvankelijk aan mij onder meer
de eer om die NSB'ers, het waren
er een tiental (waaronder de NSB-
burgemeester van Texel, Rijk de
Vries en een groot-majoor van
het KNIL), dagelijks op te halen
uit Fort Erfprins en aan het einde
van de dag weer terug te doen
marcheren. Hoewel ik uiteraard
ongewapend was, is er nooit één
gedetineerde ontsnapt. Ze hadden
het veel te goed van eten en drinken
bij ons. Na een aantal malen werd
ik echter van de functie ontheven
want de leiding van Fort Erfprins
vond het toch wel onverantwoord
om een 16-jarige met die taak
belasten.
Langzamerhand keerden van
buiten oud-padvinders weer
terug in Den Helder. Sommigen
waren tewerkgesteld geweest in
Duitsland, anderen kwamen terug
uit hun evacuatieoord. Velen ervan
werden weer actief als leider in
de padvinderij. De behoefte aan
leiding was erg groot gezien het
grote aantal nieuwe leden.
De eerste naoorlogse groep welpen in juli 1945 met de leiding Joop Pottinga, Loet
Labohm en Enny Bels. Troephuis aan het einde van de Ambonstraat.
92