de Eerste Wereldoorlog. Vlak
daarvoor was in het verslagen
Duitsland een revolutie uitgebroken
en de republiek uitgeroepen. De
afgezette keizer zocht en kreeg
hier asiel en onze regering vroeg
zich angstig af: zal de revolutie wel
halt houden bij Zevenaar? Ook in
ons land was men oorlogsmoe.
Hoewel er voor de handhaving van
onze neutraliteit een half miljoen
mannen was gemobiliseerd,
heerste er toch grote werkeloosheid
en veel armoede. Blokkade en
onbeperkte duikbootoorlog hadden
onze handel vrijwel lamgelegd,
wat tot een ernstig tekort aan
levensmiddelen had geleid. De
regering had weliswaar geprobeerd
via rantsoenering en distributie
tot een rechtvaardige verdeling te
komen, maar vooral in de grote
steden werd honger geleden. Het
sterftecijfer steeg, mede als gevolg
van een griepepidemie in 1918. Die
maakte veel slachtoffers.
In dit jaar was ook het
broodrantsoen een paar maal
verlaagd en was het hier en daar
tot ongeregeldheden gekomen.
Ook in het leger en op de vloot was
sprake van grote ontevredenheid.
Op 25 oktober braken relletjes uit
in legerkamp de Harskamp: de
kantine en enkele barakken vlogen
in brand, er werd geschoten en
de officieren werden niet meer
gehoorzaamd. Maar van een
revolutionaire stemming was geen
sprake.
Troelstra, de leider van de SDAP en
een paar Rotterdamse kopstukken
van deze partij meenden dat de
revolutie niet zou stoppen bij de
Duits-Nederlandse grens. Ook
zakenlieden en bestuurders als
burgemeester Zimmerman,
dachten dat er een nieuwe tijd zou
aanbreken. Laatstgenoemde zocht
op 9 november zelf contact met een
paar socialistische voormannen in
zijn stad. Bij de laatste verkiezingen
hadden de socialisten in Rotterdam
44% van de stemmen gehaald en
Zimmerman ging er van uit dat zij
PieterJelles Troel
stra (1860-1930),
doorJelle Troelstra.
de macht zouden overnemen. Hij
zag de revolutie als onontkoombaar
en wilde de overgang naar een
socialistische maatschappij zo
soepel mogelijk laten verlopen.
Tijdens een toespraak in Rotterdam
op 11 november predikte Troelstra
de revolutie. Een dag later riep
hij die in de Tweede Kamer min
of meer uit. Hij meende dat de
regering niet langer kon rekenen
op leger en politie en dat voor het
proletariaat de tijd rijp was om
de macht te grijpen. Hij vergiste
zich echter deerlijk. In de Tweede
Kamer bezette de SDAP maar 22
zetels en na de eerste schrik besloot
het kabinet-Ruijs de Beerenbrouck,
dat actief werd gesteund door
katholieke en protestants-
christelijke groeperingen, zich
gewapenderhand te verzetten. Het
nam diverse maatregels: troepen
naar Den Haag en Rotterdam,
mobilisatie van de in 1914
opgerichte Vrijwillige Landstorm
en oprichting op 13 november van
de Bijzonder Vrijwillige Landstorm.
Op een besloten bijeenkomst van
de katholieke vakbeweging in
Den Haag op maandagavond de
ne, was besloten burgerwachten
op te richten. Dat gebeurde al
in Limburg. Ook de regering
drong nu bij de gemeenten aan
op de vorming van vrijwillige
burgerwachten.?
Moeilijkheden op de vloot te Den
Helder
Het is niet duidelijk of de
autoriteiten in Den Haag al op
dinsdag de i2e vermoedden, dat
er moeilijkheden op de vloot in
Den Helder dreigden. Op die dag
had schout-bij-nacht Albarda,
commandant van Willemsoord
en van de Stelling Den Helder, de
hoofdbesturen van de bonden van
onderofficieren, van korporaals en
van manschappen ontboden, om te
peilen in hoeverre hij op de steun
van de lageren in rang kon rekenen.
In plaats van ronduit te zeggen dat
er een SDAP-revolutie dreigde en
het personeel te herinneren aan
de belofte van trouw, hield hij een
vaag verhaal en gaf hij de besturen
de ruimte om hun grieven naar
79