85 van de muur was het er altijd sche merig. Zon of maanlicht kwam er niet in. Uitgewoond en stoffig, een groot verzakt bureau met een an tiek tafeltelefoontoestel, een maho- niehoutenkast die niet meer dicht kon, wat wankele niet bij elkaar passende stoelen op een vloerkleed met gaten en een kolenhaard, die door de enorm hoge schoorsteen zo fel trok, dat het volgens de kan tooroppasser geen bijhouden was en het dus des winters altijd koud was. De aftredende chef-arsenaal, de kapitein ter zee titulair J.A. Kruys, had weinig over te dragen gehad; 'een instructie voor de chef arsenaal zou nog weieens gemaakt worden'. Er was nog een heel oude uit de tachtiger jaren geloof ik, voor het Hoofd van het Vak van Uitrusting; natuurlijk niet meer passend. Wat een macht had zo'n man! Op papier tenminste. De nu scheidende had zich bijzonder ver dienstelijk bezig gehouden met een vinding, te weten: de ontglip- per, die aangebracht in de mijnan- kerkabel het vegen van een mijn zou beletten door de veegkabel te laten passeren, inplaats dat die de ankerkabel brak of de mijn mee sleurde. Vernuftig samenstel, waarvan hij inderdaad het houten model met succes demonstreerde. Hij was bestemd voor een functie bij het Loodswezen. De nieuwe chef had niets buiten zijn werk en begon met het bureau 'op te ruimen'; het werd er bepaald overzichtelijker toen alle oude pa perassen verdwenen waren. Merk waardig hoe hij bij alle odds-and- ends van ettelijke voorgangers, die er verspreid waren, niets was dat het bewaren waard was om de his torische waarde; dat zou elders in de magazijnen van arsenaal anders blijken te zijn. Er kwam nu zelfs een schrijfmachine (natuurlijk uit de inventaris van een uit dienst- zijnd schip geleend). Een bijna re volutionaire innovatie: een chef-ar senaal die machine schreef. Wat niét zo snel verbeterd kon worden, was de eikenhoutenvloer; hoewel centimeters dik, geschat wel tien, was die vloer op enkele plaatsen zo slecht, dat er een vlondertje opge legd was, anders zou men door het linoleum en door de vloer zakken in het sousterrain. De bouwers, hoe soliede zij ook werkten, hadden de fout gemaakt de ruimte onder de vloeren (de hele serie gebouwen had dit) aan te vullen met duinzand en op den duur was dit het verderf van vloer balken en planken. Een andere 'fout-bij-de-bouw' waren de loden dakgoten, die op de dikke muren lagen, die van boven niet waterdicht waren afgemetseld. La ter toen de zaak wel wat verwaar loosd werd, heeft men verkeerde re paraties uitgevoerd, lekkages te laat opgemerkt, zelfs lappen met ijze ren spijkers op het lood aange bracht - èn de muren waterden in. Bij één magazijn was dat al zovèr gevorderd dat een der zijmuren achter de dikke witkalklaag (het aanbrengen daarvan was in begin sel óók al fout) gewoon verpulverd was en het heette dat men er met de vuist een gat in kon stompen. Van buiten was van dat alles weinig te zien, maar insiders wisten het best en er was geoordeeld dat her stellen van de ouderwetse gebou wen geen zin meer had. Wat zeer de vraag was en hier en daar (had) binnen het raam der oude muren heel wat moderns, zeer geschikt, ondergebracht kunnen worden. Ik zal geen poging doen om de arse- naals-administratie en de daarmede samenhangende administratie der scheepsinventarissen van die dagen uiteen te zetten. Het is zinloos, om dat moderner methoden tot en met het gebruik van computers inge voerd zijn; werkwijzen waar wij overigens destijds al naar streefden. Ik vraag mij af of nochtans de zaak in de grond is veranderd; de man, die het vandaag doet, zal evenzeer als vroeger moeten oppassen, dat door onzorgvuldigheid, slechte con trole, de boel in het honderd loopt en dat zijn computer, immers maar een domme machine, niet be drogen wordt. De eeuwige guerilla, die arsenaal voert contra de onder officieren, beheerders van de scheepsinventarissen, de 'détails'. Deze brave lieden begonnen met hun, veel minder ervaren, jonge of- ficier-van-détail met een arme-zon- daarsgezicht te misleiden en wisten de waakzaamheid van de eerste of oudste officier op een drukke dag te verschalken. Met een vriendelijk lachje en een praatje met de be ambte aan het loket kwamen zij dan op arsenaal met een aanvraag met een 'vals', te laag dus, 'restant- aan-boord'Een heel brutale verval ste het getal in de kolom 'vastgestel de verstrekking', dat dan te hoog was! En dat alles niet om er zélf mee schoot te gaan (dat kwam nau welijks voor: het waren geen die ven!), maar om hun kabelgat of bergplaats vol te houden': voor alles klaar! Dat dit zeer oneconomisch was, heeft nog nimmer (vandaag misschien?) een scheepsonderoffi cier kunnen inzien. Op arsenaal werden ook de inventarissen van nieuwe schepen opgesteld en werd voor de verzameling gezorgd. In de onderhavige periode is dit onder andere geschied(t) voor Hr. Ms. Jan van Brakel, te Vlissingen gebouwd, die op 25 juni 1936 in dienst kwam. Enorme ervaring werd hierbij nut tig gemaakt en het was verwonder lijk hoe die commiezen en schrij vers en magazijnmensen, die meest nooit hadden gevaren er weg mee wisten. Arsenaal stond in nauw contact met de magazijns- dienst; zo werd arsenaal er in ge kend vóór men een bestelling plaatste en wij zijn er in geslaagd formules, zoals die bij grote waren huizen gebruikt worden, te cons trueren volgens welke het te kopen, of aan te maken quantum geraamd kon worden. Kortweg: de strijd te gen de winkeldochters. Waar de merkwaardigheid bijkwam, dat door een nogal malle bepaling (zal wel uit Den Haag gekomen zijn) een artikel in de magazijnen hoe

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Levend Verleden - Den Helder | 2003 | | pagina 25